UK, OK
Een werkstuk over Groot-Brittannië
Door Jiska van den Berg
Groep 7B.
Inhoudsopgave
Inleiding
Dit onderwerp heb ik gekozen, omdat ik afgelopen herfstvakantie naar Engeland op vakantie
ben geweest. Ik vond de naam van Groot-Brittannië heel ingewikkeld:
Zijn we nou naar Engeland, Groot-Brittannië of het Verenigd Koninkrijk geweest?
Vandaar dit werkstuk.
Kaartgegevens
Groot-Brittannië is een eiland. De afstand is over zee naar Frankrijk bij Dover maar 34
kilometer (in een ander boek dat ik heb gebruikt is het 48 kilometer. Het ene komt uit 1984 en
de andere uit 1998). De naam van de "straat" is niet vast: de Britten noemen het "de Straat van
Dover" en de Fransen "het Nauw van Calais". Groot-Brittannië is ook verbonden met het
vasteland, door middel van de ''Kanaaltunnel''.
Engeland is niet hetzelfde als Groot-Brittannië. Groot-Brittannië bestaat uit drie "landen"(de
landen zijn niet zelfstandig): Engeland, Schotland en Wales. Samen met Noord-Ierland vormt
Groot-Brittannië het Verenigd Koninkrijk.
Noord-Ierland hoort niet bij de onafhankelijke Ierse Republiek. Al jarenlang zorgt dit voor
grote problemen. Er zijn geregeld bomaanslagen en schietpartijen.
In de achttiende eeuw bouwde Groot-Brittannië aan een enorm rijk door grote delen van
Noord-Amerika, Afrika en Azië te koloniseren. Die koloniën brachten Engeland in de
negentiende eeuw een grote welvaart. Vooral de handelsroute binnen de driehoek Groot-
Brittannië, Afrika en West-Indië was zeer winstgevend. Schepen vertrokken met stoffen,
geweren, rum en metaalwaren naar de Afrikaande westkust. De schepen werden daar gelost en
vervolgens geladen met slaven die hen naar West-Indië en Amerika vervoerden. De
omstandigheden op die schepen waren vaak zo slecht, dat soms meer dan de helft van alle
slaven onderweg omkwam. Maar desondanks was het een heel voordelige handel. Vanuit
West-Indië voeren de schepen volgeladen met suiker, katoen en tabak terug naar Liverpool en
Bristol. Daar werden de goederen verkocht en verwerkt tot stoffen en rum die vervolgens
werden uitgevoerd naar Afrika waar dan opnieuw slaven werden ingescheept, waarmee de
driehoek 'rond' was. Met geld dat verdiend werd door de handel in slaven en goederen uit de
koloniën werden fabrieken gebouwd en machines gemaakt die in Engeland leidden tot de
industriële revolutie. Nu bezit Groot-Brittannië alleen nog:
- Bermuda,
- Falkland-eilanden,
- Gibraltar,
En nog wat kleine eilandjes in de oceanen, die worden gebruikt voor havens van de Britse vloot.
De vroegere Britse koloniën werken nog steeds samen. Dat heet de "Gemene Best".
In 1984 tekenden de Britten een verdrag waarin stond, dat ze in 1997 Hong Kong terug aan
China zouden geven. Dat is dan ook gebeurd.
Landschap
Groot-Brittannië bestaat maar voor 7% uit steden, 18% is bos en 75% van het land bestaat uit
landbouwgrond en bergen.
Het valt altijd op dat het landschap zo afwisselend is. Het eiland wordt vaak vergeleken met
een lappendeken. Want Groot-Brittannië bestaat uit allerlei verschillende stukjes landschap.
In het noorden vind je de Schotse Hooglanden. De hoogste top daarvan is de Ben Nevis (1343
meter). Daar ligt bijna het hele jaar sneeuw.
Oost-Engeland bestaat uit laagvlakten, maar Midden-Engeland is weer heuvelachtig. En in het
zuidwesten liggen woeste heidevelden. Hierover zijn veel spookverhalen geschreven.
Als je over zee Dover nadert, vallen de hoge krijtrotsen meteen op. Als de zon erop schijnt, lijken ze echt wit. Toen de Romeinen voor het eerst de witte krijtrotsen zagen, maakten ze van
schrik rechtsomkeert. Ze noemden het eiland Albion ( het witte eiland ). Op sommige plaatsen
zijn de rotsen zo zacht, dat de golven er steeds stukken vanaf slaan. Zo is het stadje Dunwich
in 600 jaar tijd helemaal verdwenen in zee.
Groot-Brittannië wordt vooral omgeven door de zee. Waar je ook bent in Groot-Brittannië, de
zee is altijd dichtbij en vormt een belangrijke vorm van inkomsten door de vele havens, de
visserij en het toerisme.
Het niveau van de zeeën stijgt door het smeltwater op de Noord- en Zuidpool. Het niveau is
sinds 1900 met een meter gestegen en het stijgt nog steeds.
Klimaat
De zomers in Groot-Brittannië zijn koel, de winters mild en regen valt er het hele jaar door.
Het klimaat is wisselvallig, het weer verandert met de dag, wat het voorspellen moeilijk maakt.
Het klimaat is ook gematigd, wat betekent dat het land over het algemeen geen lange periodes
kent, met heel hoge of met heel lage temperaturen of langdurige regenval.
In het westen regent en sneeuwt het meer dan in het zuiden en oosten. Dat komt door de
zuidwesten winden die water aanvoeren uit de Atlantische Oceaan dat als regen naar beneden
komt als de luchtstromen boven het land op bergen stuiten. Het westen heeft teveel water
terwijl het zuiden en oosten een tekort aan water hebben. Om dit probleem op te lossen zijn er
in gebieden als het Lake District (=merengebied) waterreservoirs aangelegd die via
pijpleidingen water leveren aan steden in het zuidoosten van het land.
Groot-Brittannië krijgt een steeds warmer klimaat . Sinds 1850 zijn de gemiddelde
temperaturen met 0,5 oC gestegen. Als dit smelten zich voortzet zullen grote delen in het
zuiden en oosten in de toekomst onder water komen te staan.
Steeds meer mensen bezoeken op mooie zomerse dagen de stranden aan de Engelse zuidkust,
zoals Kynance Cove in Cornwall. Enkele van de mooiste kustgebieden zijn gekocht door de
National Trust, een organisatie die zich inzet voor het behoud van de natuurgebieden die door
een teveel aan toeristen worden bedreigd.
Zomer- en winter temperaturen
In juli zijn de temperaturen in het zuiden van Groot-Brittannië hoger dan in het noorden. De
zonnige zuidkust is dan ook bij velen geliefd vakantiegebied. 's Winters is het in het westen
warmer dan in het oosten. Dat komt door de Golfstroom, een warme zeestroming die vanuit
de golf van Mexico over de Atlantische Oceaan richting West-Europa gaat. De Golfstroom
houdt havens ijsvrij en zorgt ervoor dat sneeuw nooit lang blijft liggen.
Eens in de zoveel jaar wordt Groot-Brittannië door droogte getroffen. Zo zakte in 1976, 1984
en 1995 het waterpeil in de reservoirs en in de rivieren zo sterk dat er voor huizen, kantoren,
boerderijen en fabrieken een ernstig tekort aan water dreigde.
Mist treedt meestal in de herfst en in de winter op; bij mist moeten vliegtuigen aan de grond
blijven of naar andere vliegvelden gaan. Door mist gebeuren vaak ook ernstige ongelukken op
snelwegen. Ook vorst kan de boel 's winters flink in de war sturen. Door gladheid kunnen
wegen onbegaanbaar worden en door vorst kunnen in het voorjaar de knoppen van de
fruitbomen bevriezen.
IJs en sneeuw kunnen 's winters het noorden van Groot-Brittannië flink in de problemen
leggen. Door sneeuwval kunnen trein- en wegverkeer lamgelegd waardoor reizigers onderweg
stranden of kan de stroomvoorziening uitvallen waardoor mensen letterlijk in de kou komen te
zitten. Grote delen van Groot-Brittannië worden regelmatig geplaagd door stormen.
Omgevallen bomen kunnen wegen blokkeren en schade toebrengen aan elektriciteitsleidingen.
Bij zware stormen op zee ontstaan soms huizenhoge golven waardoor grote gebieden langs de
kust wateroverlast krijgen.
Middelen van bestaan
Landbouw en visserij
Minder dan 3% van het aantal Britten dat werkt, werkt in de landbouw. Dat is het laagste
aantal ter wereld. Toch zorgt de landbouw voor bijna twee derde deel van al het eten voor de
eilandbewoners. Dat kan dankzij de moderne machines die gebruikt worden. Er wordt bijna
niets meer met de hand gedaan.
Overal in het land zijn er zogenaamde 'farm parks' en 'farm museums'. Daar kun je zien hoe de
boeren vroeger werkten.
In verschillende delen van het land zijn ook routes uitgezet. Die voeren je langs allerlei
boerderijen. Daar kun je gaan kijken hoe de moderne boeren werken en hoe hun dieren leven.
De meeste akkerbouwproducten, zoals granen en groenten, worden verbouwd op de
laagvlakten in Oost- en Zuid-Engeland en Oost-Schotland. Zuivelproducten komen vooral uit
het westen van Groot-Brittannië. Daar regent het meer en daarom is het gras malser. Runderen
en schapen houdt men in alle heuvelachtige gebieden. Britse runderen, schapen en varkens vind
je over de hele wereld.
De visserij is belangrijk in Groot-Brittannië. Het land heeft de grootste visserijvloot van de
wereld. Langs de hele kust vind je grote en kleine vissershaventjes. Er worden allerlei soorten
vis gevangen, zoals kabeljauw, haring, schelvis en zelfs haaien. De Britten zelf eten veel vis.
Delfstoffen en industrie
Van alle landen in West-Europa heeft Groot-Brittannië de grootste voorraad aan
energiebronnen. In de negentiende eeuw had het als eerste land ter wereld een belangrijke
industrie. Dit kon dankzij de enorme voorraden steenkool. Steenkool was brandstof voor de
stoommachines. Nu is er nog voldoende steenkool voor tenminste 300 jaar.
De meeste steenkool wordt onder de grond gewonnen. Je herkent een oude steenkolenmijn aan
een toren met een groot wiel. Daarmee werden de liften in werking gezet, die soms tot diep
onder de grond gaan. De laatste jaren zijn veel oude mijnen gesloten. Maar er zijn ook nieuwe
mijnen geopend. Het werk gebeurt daar met moderne machines. Het is dan ook niet meer zo
gevaarlijk als vroeger. Maar er zijn minder mijnwerkers nodig, en de werkloosheid is groot.
In het jaar 1969 ontdekten de Britten grote gebieden gas en olie onder het Britse gedeelte van
de Noordzee. Sindsdien heeft Groot-Brittannië genoeg olie voor eigen gebruik. Er kan zelfs
nog olie uitgevoerd worden.
Het gaat slecht met de oude industrieën zoals scheepsbouw, ijzer en staal, zware machines en
textiel. Groot-Brittannië kan niet meer opboksen tegen de landen waar alles goedkoper
gemaakt kan worden. In de stad Sheffield kun je dat heel goed zien. Nog n iet zo lang geleden
was het een bloeiende industriestad. Dankzij de staalindustrie werd het de vierde stad van
Engeland. Staal uit Sheffield werd uitgevoerd naar alle delen van de wereld. Veel mensen
gebruiken thuis bestek uit Sheffield. Nu zie je in de stad grote, kale vlakten waar de fabrieken
stonden. Alleen in een museum kun je nog zien hoe staal gemaakt wordt. Het aantal werklozen
is enorm.
En zoals Sheffield zijn er veel steden. Gelukkig zijn er ook veel industrieën waar het
goed mee gaat, zoals de chemische industrie. Ook wolproducten en worden volop uitgevoerd.
En er zijn nog genoeg mensen in de hele wereld, die ge‹nteresseerd zijn in de peperdure Rolls
Royces, Jaguars en Rovers.
Handel met de wereld
In de negentiende eeuw werden veel fabrieken opgericht in Groot-Brittannië. De producten die
ze maakten werden niet alleen in eigen land verkocht. Er ontstond al gauw een bloeiende
handel met andere landen. In Groot-Brittannië werd van alles gemaakt: van vingerhoedjes tot
schepen, van stoffen tot meubels. Later kwamen er ook fabrieken in andere landen. Tot het jaar
1980 heeft Groot-Brittannië meer kant en klare producten uitgevoerd dan ingevoerd. Nu is er
iets veranderd. Er worden meer producten ingevoerd dan uitgevoerd. De meeste dingen
kunnen in andere landen immers goedkoper gemaakt worden.
In sommige industrieën gaat het nog heel goed. Op het gebied van computers speelt Groot-
Brittannië samen met de Verenigde Staten een grote rol. Net als in de elektronica, de
chemische industrie en de vliegtuigindustrie.
Groot-Brittannië verdient ook veel geld aan de onzichtbare handel. Dat zijn bijvoorbeeld
banken, verzekeringen, en het geven van technisch en wetenschappelijk advies. Dit heet
onzichtbare handel, omdat je de producten die verhandeld worden niet kunt zien.
De City in Londen is een belangrijk financieel centrum. Nergens anders vind je zoveel banken
en verzekeringsmaatschappijen bij elkaar. Hier ligt ook de Beurs van Londen. Hier kon je in de
jaren 80 nog de echte Engelse gentleman met bolhoed, paraplu en de Financial Times onder de
arm tegenkomen.
De Britse film- en televisie-industrie is over de hele wereld bekend. Veel beroemde films
worden in de Britse studio's gemaakt. Superman is een van de vele films die gemaakt is in de
Pinewood Studio's bij Londen.
Verkeer en vervoer
Voor de industrie in Groot-Brittannië was het heel belangrijk dat mensen goederen konden
vervoeren van de ene plaats naar de andere. In de achttiende eeuw werden alle belangrijke
steden met smalle kanalen met elkaar verbonden. De meeste daarvan zijn inmiddels weer dichtgeslibd of volgestort.
In de negentiende eeuw kreeg Groot-Brittannië als eerste land ter wereld een spoorwegennet.
Voor de stoomtreinen uit die tijd bestaat nu weer veel belangstelling, en op meerdere plaatsen
kun je alweer tochtjes maken met de oude treinen.
Tegenwoordig gaat het meeste vervoer per auto. Snelle autowegen verbinden de grote steden
en industriegebieden met elkaar.
Als je Groot-Brittannië na de overtocht binnenrijdt, zie je overal langs de weg grote borden
staan. Die wijzen erop dat je op de linker weghelft moet rijden.
Werk
De laatste tien jaar zijn veel mensen in de dienstverlening gaan werken. Dat zijn beroepen in
het onderwijs, in ziekenhuizen, in banken en winkels, bij de gemeente en in het toerisme.
- 14% van de Britten werkt in hotels, restaurants en toerisme
- 7% in transport en communicatie
- 3% in de landbouw
- 1% in de energie
- 25% in de industrie
- 6% in de bouwnijverheid (bouwen van gebouwen)
(De cijfers zijn uit 1983.)
Toerisme
Ieder jaar bezoeken miljoenen mensen (ongeveer 15 miljoen) Groot-Brittannië. Groot-Brittannië wordt zo druk bezocht, omdat het onder andere op vele plaatsen een mooi
natuurgebied is. Zo hebben Noord-Ierland, Schotland, Wales en Engeland ieder een ander
uitzicht:
In Noord-Ierland worden toeristen getrokken door legendes waarin het ontstaan van meren en
bergen wordt verklaard,
de gebergten in Schotland, (de aller oudste ter wereld)
de nationale natuurparken in Wales,
en zo heeft Engeland zijn kustlijn en historische dorpjes.
Londen
Londen is een belangrijke stad voor het toerisme. Er is van alles te bekijken; musea, historische
huizen, zoals het Kensington Palace, waar koningin Victoria woonde en prinses Diana woonde.
Of het Dickens House, waar de schrijver Oliver Twist schreef, de beroemde kathedralen, zoals
de St. Paul Cathedral (zie kaartje) en de 1000-jaar oude Westminster Abbey et cetera, et
cetera, et cetera.
In verband met de MKZ-crisis en '11 september' is het toerisme voor 2 miljard pond benadeeld.
Daarom presenteerde het Britse bureau voor toerisme bij de Tower of London een campagne,
genaamd 'UK OK', om Groot-Brittannië weer populair te maken bij buitenlandse toeristen.
Voor veel toeristen is het een reis naar het land van hun voorvaders. Want de laatste eeuwen
zijn veel Britten op veel plaatsen in de wereld gaan wonen.
Staatsvorm
Groot-Brittannië wordt bestuurd door de regering, in naam van de koningin. De koningin heeft
geen echte macht. Zij volgt altijd het advies van haar ministers. De koningin heeft sinds 1705
nooit geweigerd een wet te ondertekenen. Koningin Elizabeth ll is de koningin. Ze werd in
1926 geboren, en in 1952 gekroond. Dit jaar viert zij haar gouden jubileum. Het parlement, dat
in Londen is, bestaat uit twee kamers: het Hogerhuis en het Lagerhuis. Het Hogerhuis is
eigenlijk alleen voor de rijke mensen. De macht ligt eigenlijk bij het Lagerhuis. De leden van
het Lagerhuis worden gekozen door het volk. De regeringsleider is de leider van de grootste
politieke partij. Hij of zij benoemt ook de ministers. Nu is de Eerste Minister Tony Blair. Hij is
de leider van de Labour Party. (socialistisch Partij, oftewel de Partij van de Arbeid)
Godsdienst
Ongeveer 2 miljoen mensen zijn lid van de Kerk van Engeland, en ongeveer 900000 mensen
zijn lid van de Kerk van Schotland. Dit zijn twee protestantse godsdiensten, met aan het hoofd
de koningin. De rooms-katholieke kerk heeft bijna twee miljoen leden. Daarnaast zijn er nog
ongeveer 900 000 moslims, 111 000 joden, 140 000 hindoes en 175 000 Sikhs.
Levenswijze
Voedsel
Iemand zei ooit: ,,Wie in Groot-Brittannië goed wil eten, moet driemaal per dag ontbijten.''
Een echt Brits ontbijt bestaat uit pap of cornflakes, spek met eieren, witte bonen in
tomatensaus, warme worstjes en gebakken vis. En niet te vergeten: thee. Maar steeds meer
Britten nemen een 'continental breakfast' . Dit is een licht ontbijt met toast en jam en een
gekookt eitje en een kopje thee.
De schoolkinderen eten tussen de middag meestal een warme maaltijd op school. De leraren
eten ook mee. De gerechten bestaan meestal uit frites met vis, puree met erwten en worstjes,
aardappelen met spinazie en lever, en niet te vergeten rijst met kerrie. Er is altijd een nagerecht,
zoals pudding of appeltaart met ijs.
's Avonds eten de Britten ongeveer hetzelfde als wij, maar er zijn ook typisch Britse gerechten.
Zo is een pie een soort koek met vlees erin. En Haggis is een Schotse lekkernij. Het zijn de
longen, het hart en de lever van een schaap, gekookt in de maag van het dier. Krijgt u al
trek???
De Britten stonden altijd bekend om hun afternoon tea. Om vier uur 's middags werd bijna
overal thee gedronken. Op school, thuis of op het werk. Daarbij hoorden ook koekjes, scones
(bááááh) gebakjes of sandwiches. Nu is er alleen in het weekend een afternoon tea.
In alle Britse steden vind je tegenwoordig snackbars. De meeste zijn eigendom van
buitenlanders. Je kunt er hartige hapjes kopen uit het land van de eigenaar. Daarnaast vind je in
iedere plaats wel één of meer fish and chips shops. Die lijken veel op onze snackbars. Maar je
kunt er geen kroketten of frikadellen kopen. Wel hamburgers, vis en patat en blikjes frisdrank.
De Britten eten bij hun patat meestal gebakken vis. En over hun patat doen ze geen mayonaise,
maar azijn!!!
Vrije tijd en sport
De Britten tuinieren graag in hun volkstuintje. Dat wordt tegenwoordig steeds populairder.
Veel mannen gaan in hun vrije tijd graag naar het café, de pub. En op zondag trekken veel
Britten de natuur in. Vooral langs de kust en in de nationale parken is het dan heel druk.
Op school wordt er veel aandacht besteed aan de Britse geschiedenis en cultuur, waardoor veel
Britten in het weekend overblijfselen bezoeken van het verleden. Ze bezichtigen dan één van de
vele burchten, zoals kastelen en landhuizen.
Ook sport is belangrijk in het leven van veel Britten. Op het rooster van de scholen staan naast
gymnastiek vaak nog enkele uren voor sport en spel (games). Een aantal sporten die nu over
de hele wereld gespeeld worden, zijn in Groot-Brittannië uitgevonden. Bijvoorbeeld voetbal,
rugby ( Rugby is genoemd naar de kostschool in Engeland waar het spel is uitgevonden.) en
cricket.
Britse voetbalwedstrijden zijn meestal spectaculair. Dit komt door de enorme inzet van de
spelers en het meeleven van supporters. De wedstrijden worden dan ook druk bezocht. Zelfs
vanuit ons land gaan de mensen naar Groot-Brittannië om de voetbalwedstrijden te zien. Ook
rugby trekt volle stadions. Er zijn vooral veel toeschouwers bij wedstrijden tussen Engeland,
Schotland ,Ierland en Wales. Er zijn nog veel meer bekende sportevenementen in Groot-
Brittannië. Zo zijn er de tenniskampioenschappen van Wimbledon. En ieder jaar volgt bijna de
hele wereld de traditionele roeiwedstrijd op de Theems tussen de universiteiten van Oxford en
Cambridge.
Echte Britse sporten, zoals darts en snooker ( een vorm van biljarten ) worden nu ook steeds
populairder in ons land. Kinderen spelen deze sporten nauwelijks, omdat ze in een pub worden
gespeeld. Voor een pub moet je achttien zijn.
De Britten wedden graag. Dagelijks worden er weddenschappen afgesloten op de uitslagen van
alle mogelijke sporten wedstrijden.
Winkelen
Een paar jaar geleden gingen buitenlanders speciaal naar Groot-Brittannië om te winkelen. Niet
voor de dagelijkse boodschappen, maar ze kochten kleding, grammofoonplaten, boeken en
porselein. Hiervoor was het zeker de moeite waard om de overtocht te wagen. Vanuit België
en Frankrijk werden er zelfs ééndaagse 'shopping' trips georganiseerd naar Dover en Londen.
Tegenwoordig is het alleen de moeite waard als je veel Engelse boeken gaat kopen.
De Britse warenhuizen zijn wereldberoemd. Je vindt ze in alle grote steden. Ze zijn
onwaarschijnlijk groot en je kunt er bijna alles kopen. Op de dierenafdeling van Harod's (dit is
de grootste winkel in Londen ) kun je zelfs olifanten bestellen! De deftigste winkel is Fortnum
and Mason. Het personeel is gekleed in deftige pakken en op de vloer liggen dikke rode
tapijten. Met handschoenen en met zilveren tangetjes pakken ze je stukje kaas in. In Londen
staat ook de grootste speelgoedwinkel ter wereld.
In Groot-Brittannië zijn bijna alle winkels op zondag gesloten.
In veel Britse steden wordt de oude binnenstad gerestaureerd. De oude huizen en winkeltjes
worden dan helemaal opgeknapt. Soms zijn er nog huizen uit de Middeleeuwen.
In de oude straatjes vind je veel 'specialty shops'. Dit zijn winkels waar je bijzondere dingen
kunt kopen. Zoals een mosterd winkel, of een winkel alleen met spulletjes voor mensen die
linkshandig zijn.
Markten zijn erg populair bij de Britten, omdat alles goedkoper is dan in de winkels. De
toeristen bezoeken de markten vanwege de levendige drukte. In Londen zijn bepaalde markten
grote toeristische attracties. Maar je moet er wel uitkijken. Van de beroemde zondagsmarkt
Petticoat lane zegt men bijvoorbeeld: ,,Als je niet uitkijkt, kun je je eigen portemonnee aan het
eind van de markt weer terugkopen in een kraampje!''
Waar gaan de Britten in hun vakantie naar toe???
- 27% Naar vrienden of kennissen
- 24% In caravans en op campings
- 23% In hotels
- 14% In vakantiehuisjes
- 6% Iets anders
- 6% In vakantiekampen
Kranten en televisie.
Engels is een wereldtaal. Daarom zijn veel Britse tijdschriften en kranten over de hele wereld te
koop.
De Britten lezen per dag meer kranten dan welk ander volk dan ook. De Britten kunnen kiezen
uit tien landelijke dagbladen. Deze verschillen veel van elkaar. Zo is The Times een serieuze
krant, maar in The Daily Mirror staan vooral sensatieverhalen en roddels. Er is ook een echte
krant voor de jeugd. The Early Times is voor lezers van 8 tot 15 jaar en verschijnt één keer per
week. Je kunt hem ook in ons land kopen. Nog niet zo lang geleden werden alle kranten in één
straat in Londen gedrukt: Fleet street. De Fleet was een riviertje dat daar vroeger stroomde.
Tegenwoordig is het alleen nog maar een riool. Als schrijvers slechte verhalen schrijven,
noemen de Britten dat Fleet Street-journalistiek. Bij ons heet dat 'riooljournalistiek'.
De Britten kunnen wekelijks kiezen uit bijna 5000 verschillende tijdschriften. Veel van die
tijdschriften kun je ook in ons land kopen.
Omdat Engels een belangrijke wereldtaal is, worden er veel boeken in die taal geschreven.
Ieder jaar komen er - alleen al in Groot-Brittannië - meer dan 50 000 titels bij. Het
lidmaatschap van een bibliotheek in Groot-Brittannië is voor iedereen gratis.
Televisie kijken is de meest populaire vrijetijdsbesteding bij de Britten. De programma's
worden verzorgd door de BBC (British Broadscasting Corporation). Op verschillende plaatsen
in ons land kunnen wij de BBC ook ontvangen. De Britse kinderen hebben ook een eigen
televisie-zender: Chloren's Channel.
Wat doen de Britten in hun vrije tijd???
Minstens 3 keer per week:
- 93% leest de krant
- 85% kijkt televisie
- 45% leest boeken
Minstens 1 keer per week:
- 82% naait of breit
- 76% luistert naar muziek
- 67% praat met vrienden
- 45% tuiniert
Minstens 1 keer per maand
- 35% wandelt of fietst
- 20% gaat naar de bioscoop
- 20% bezoekt vrienden
- 20% sport
Ontwikkelingspeil
Waaraan geeft een Brits gezin hun geld uit???
- Brandstof en elektriciteit 5%
- Kleding en schoeisel 7%
- Huishoudelijke apparaten 7%
- Onderwijs en vrije tijd 9%
- Alcohol en tabak 11%
- Andere apparaten en diensten 14%
- Eten en drinken 15%
- Wonen 15%
- Vervoer en communicatie 17%
Welvaart
De eerste twintig jaar na de Tweede Wereldoorlog groeide de welvaart in Groot-Brittannië
flink. Bijna iedereen had werk en verdiende goed. Er werden veel goede huizen gebouwd. De
regering zorgde ervoor dat de Britten bijna niets hoefden te betalen voor de gezondheidszorg.
Wie geen werk had kreeg een uitkering. Ook de arme mensen werden op allerlei manieren
geholpen. Het leek dus heel goed te gaan met het land. Maar langzamerhand werd duidelijk dat
het eigenlijk helemaal niet zo goed ging.
Rond het jaar 1970 werd het Britse geld steeds minder waard. De Britten konden voor hun
geld steeds minder kopen (de munteenheid: het pond sterling). De verouderde industrieën
konden niet meer opboksen tegen het buitenland. De werkloosheid steeg heel snel. Er kwamen
steeds meer stakingen, die soms wel een heel jaar duurden.
Ook Margareth Thatcher ( de IJzeren Dame) heeft na tien jaar regeren niet kunnen voorkomen
dat er veel werklozen waren: al bijna 3 « miljoen!!! Zoveel mensen waren er in Groot-
Brittannië nog nooit zonder werk.
De laatste tijd zijn er wel veel dingen veranderd in Groot-Brittannië. Zo hebben steeds meer
vrouwen een baan. Bijna 40% van alle mensen die werken zijn vrouwen!
Veel mensen uit vroegere koloniën zijn in Groot-Brittannië komen wonen. Als je door Londen
loopt zie je dan ook mensen uit verschillende landen, bijvoorbeeld uit Iran, Afrika, India,
Pakistan en Arabische landen. Je kunt het ook zien aan de talrijke restaurantjes en winkeltjes
uit die landen.
In het jaar 1973 werd Groot-Brittannië lid van de Europese Gemeenschap ( EG ), tegelijk met
Ierland en Denemarken. Frankrijk wilde eerst niet dat Groot-Brittannië lid werd van de EG.
Deze twee landen zijn nooit goede vrienden geweest. Door de gezamenlijke bouw van de
Kanaaltunnel is dat veranderd.
Groot-Brittannië is allang geen wereldmacht meer. Maar door het verleden, de cultuur en
zeker ook de taal vinden veel mensen Groot-Brittannië nog heel belangrijk.
Relatie met Nederland
Nederland is op allerlei verschillende manieren verbonden met Groot-Brittannië:
In de geschiedenis zien we veel zeeslagen en oorlogen die tussen beide landen zijn
uitgevochten.
In 1945 hebben Groot-Brittannië, Frankrijk, Rusland en Amerika Nederland bevrijd van de
Duitsers.
Opmerkelijk is, dat in 1688 op de Britse troon, een Nederlandse koning heeft gezeten: Koning
Willem III. getrouwd, met de Britse koningin Mary.
Deze Willem III versloeg in 1690 zijn katholieke voorganger in Ierland. Nu nog wordt dit feit
herdacht door protestanten die op 12 juni door Belfast willen marcheren in hun Oranjemarsen.
De Oranjemannen nemen dan vlaggen mee, waar de afbeelding van Willem op staat.
Op economisch gebied:
Ongeveer 1/8 deel van de invoerproducten van Groot-Brittannië komt uit de Benelux.
Van het totaal aantal exportproducten gaat ongeveer 1\7 deel, naar de Benelux toe.
Uitvoer top-5
- Motorvoertuigen
- Aardolie en aardolieproducten
- Elektronische artikelen.
- Machines
- Chemicaliën
Nederland en Groot-Brittannië zijn beide lid van de Europese Unie. Groot-Brittannië heeft de
euro nog niet ingevoerd, maar volgens Tony Blair, de minister-president, komt er gauw een
referendum (stemming waar de mensen direct over iets mogen kiezen) aan.
Groot-Brittannië en Nederland zijn ook beide lid van de VN Verenigde Naties. Beide landen
hebben bijvoorbeeld troepen naar Bosnië gestuurd.
Beide landen zijn ook lid van de NATO, North Atlantic Treaty Organisation. (Noord-
Atlantische Verdragsorganisatie. NAVO)
Bovendien werken beide landen samen in de ESA. 'European Space Agency'. Dit bureau
organiseert het Europese ruimteprogramma.
Het bedrijf Shell is half Nederlands half Engels.
Ook gaan er vanuit Nederland veel toeristen naar Groot-Brittannië.
Bronvermelding
Encarta 98, Encyclopedie, Winkler Prins editie.
Groot-Brittannië, van de serie Landenboek. Geschreven door Andrew Langley
Groot-Brittannië, van de serie Moderne Industriële Wereld. Geschreven door David Flint
Groot-Brittannië en de Britten, van de serie MOET JE KIJKEN
Groot-Brittannië, van de serie BIBLIOTHEEK DER LANDEN. Geschreven door de redactie van Time-Life boeken.
Een paar folders aangevraagd via het internet, van het bureau British Tourist Authority, die
gewoon Groot-Brittannië heten.