(Bron: Jerusalem Post International Edition, 24 may 2002, vertaling JPvdV)

Een kwestie van wortels

Ondanks de oorlog en de veiligheidssituatie komen christen-pelgrims nog altijd in grote getale om in Israel bomen te planten

DOOR PATRICIA GOLAN

Een vraag voor 'Triviant': "Welk land geeft gratis kerstbomen aan christenen?" Antwoord: "De Joodse staat". Beter gezegd, het is niet de Staat Israël die elk jaar kerstbomen uitgeeft, maar Keren Kayemet Leyisrael (KKL) ofwel het Joods Nationaal Fonds (JNF), de particuliere organisatie die over de bossen gaat van Israël. Elk jaar in november dunt KKL-JNF de bossen wat uit en geeft pijnbomen weg in allerlei richtingen: de plaatselijke en in het land verblijvende christelijke organisaties, het corps diplomatique en buitenlandse journalisten.

Tijdens een bescheiden ceremonie vorige maand in het Presidentswoud bij Beit Shemesh ten westen van Jeruzalem kwam een groep Nederlands christenen om te bidden, te zingen en boomscheutjes te planten. Deze groep, ongeveer 30 leden van de Nederlandse afdeling van de internationale organisatie Christenen voor Israël, was naar Israël gekomen op een solidariteitsbezoek.

Ze waren niet de enige die bomen kwamen planten die dag. Israëli's weten dat niet, maar in deze dagen, terwijl de straten in Israël leeg zijn van toeristen, zijn ze te vinden in de bossen. Het zijn meest christelijke, buitenlandse groepen die vragen of ze bomen kunnen planten in één van de vele wouden in het land.

"Ondanks de afschuwelijke situatie, blijven groepen - met name christenen - komen naar onze bomenplant-centra," glundert Yossi Sapir, hoofd van de 'Plant Een Boom Met Eigen Handen'-afdeling van de KKL/JNF. "In 'normale' tijden", zegt Sapir, "zijn er elk uur van de dag groepen in een van de drie centra bomen aan het planten".

"Tegenwoordig komt er één per dag per centrum. Deze mensen identificeren zich met Israël en de strijd die het land door maakt". En hoe dan ook, gezien de algemene situatie is dat een indrukwekkend aantal.

"Het planten van bomen is voor ons een hele fysieke manier om aan het land te bouwen, een band te hebben," legt de woordvoerder van de groep, Jan Peter van der Velden uit Rotterdam uit. "Dit idee spreekt tot onze verbeelding in Nederland. Het is niet alleen met woorden, maar nu echt met daden. Je laat iets achter van jezelf."

De leider van de groep, Ev. Gerard Duijker vertelt dat hij 2x keer per jaar een groep naar Israël brengt uit alle denominaties van protestantse kerken in Nederland. "Wij geloven in de profetieën van de Bijbel, die zeggen dat dit het land van de Joden is en het land van God; en de Joden zijn onze oudere broeders. We leggen getuigenis af van ons geloof door hier te zijn," stelt Duijker, die redacteur is van het tijdschrift Profetisch Perspectief.

De leden van Duijkers groep zijn geen typische pelgrim-toeristen: Ze hebben geholpen bij allerlei projecten ten behoeve van nieuwe immigranten, gewonden bezocht van zelfmoordaanslagen, bejaardentehuizen bezocht (en geschilderd, JPvdV ;-)).

Toen ze net in het land aangekomen waren gingen ze direct van het vliegveld naar een checkpoint van het Israëlische leger nabij de ingang naar Bethlehem, de plek van de impasse van zes weken tussen Israëlische troepen en Palestijnse schutters en burgers die zich hadden verschanst in de Geboortekerk. De belegering eindigde op 10 mei, maar toen de groep aankwam duurde ze nog voort.

Volgens Van der Velden demonstreerde de groep bij de ingang naar Bethlehem om hun ongenoegen te uiten met het feit dat kerk en christendom misbruikt werden voor politieke doeleinden. Hij zei dat de groep een oproep deed aan de Palestijnen in de Geboortekerk om te stoppen heilige plaatsen als schuilplaats te misbruiken.

Naast al hun andere activiteiten hier vroeg de groep aan de KKL-JNF om bomen te mogen planten. Zoals vele christenen en christelijke groepen dragen ook Christenen voor Israël in Nederland bij aan de KKL-JNF.

Weinig Israëli's zijn zich bewust van de sterke christelijke link achter de KKL-JNF, die als Israëls grootste particuliere organisatie al meer dan 100 jaar alleen verantwoordelijk is voor landwinning, bebossing en ontwikkeling van landbouwgronden in Israël. Het heeft er voor gezorgd, dat Israël het enige land ter wereld is, dat meer bomen heeft staan aan het begin van de 21e dan aan het begin van de 20e eeuw.

"De verbintenis met christenen komt voort uit hun geloof," legt Ina Greenwald uit. Zij is de directrice van KKL's Europese Afdeling. "Voor de evangelische christenen is dat het geloof, dat alleen met de terugkeer van de Joden naar hun land de Messias zal terugkeren. De KKL vertegenwoordigt daarin een materiele verbinding, om wortels te hebben in het Heilige land en een spoor achter te laten. Wat ook de zorg inhoud voor het milieu van komende generaties. Het is niet, 'geef die gift, dan zijn we er van af' het is een blijvende verbintenis met het land," voegt Greenwald toe.

Op het verzoek van christen-groepen in Europa heeft de KKL-JNF verscheidene boekjes uitgebracht over bomen in het Oude Testament, met bijbelverzen en al. De jaarlijkse opbrengst voor de KKL uit het buitenland bedraagt 40 miljoen dollar, waarvan een geschatte 10 tot 15 procent van christenen over de hele wereld komt.

De meeste bijdragen uit Europa komen uit Scandinavië en Duitsland; heel weining niet-Joden in Frankrijk en Groot-Brittannië geven aan de KKL. Ook in Noord Amerika komt een significant deel van de bijdragen van christenen, kerken en individuen.

"Ik zie dat als iets zeer positiefs, en niet alleen maar om het geld zelf, maar vanwege de verbintenis met de staat Israël die hiervan uitgaat," zegt Yehiel Leket, voorzitter van de raad van directeuren van de KKL-JNF. "Omdat we velen wouden hebben die genoemd zijn naar bepaalde landen, komen staatshoofden op officiele bezoeken en planten bomen in hun 'eigen' bos. Dit is een blijk van vriendschap die heel belangrijk is."

De persoonlijke verbintenis is een ander belangrijk element, zegt hij. "Wanneer iemand geld geeft om een boom te laten planten in Israël kost het ons meer om dit te doen dan dat we krijgen voor de boom. Maar wat we bij zoiets in het achterhoofd houden is de relatie met Israël. En het is een soort investering in de toekomst. Als iemand enthousiast is over zo'n boom, komt hij of zij wellicht ooit naar Israël toe." Dit, zo zegt hij, is even waar voor christenen als voor Joden.

In de VS is het JNF het meest populaire aan Israël gerelateerde goede doel, met een donor-lijst van meer dan 750.000 mensen. "Omdat we ons presenteren als de 'nationale rentmeester van het land', sluit dit goed aan bij de [chistelijke] voorstelling van het Heilig Land," legt Zevik Kahane uit, de vertegenwoordiger van het JNF in de VS. Vanuit New York zei hij dat het niet eenvoudig is om een preciese verdeling weer te geven van wie nu wat geeft, maar, legde hij uit, "de christelijke gemeenschap in Amerika is niet zo doordrenkt met geldinzameling voor Israël als de Joodse gemeenschap. Het JNF is een bruikbaar platform om aan a-politieke support of verbintenis met Israël uiting te geven. Het hele idee dat een individu of een kerk een groepje bomen op hun naam heeft staan, dat er ergens een fysieke verbinding is, is een prachtige kans. Daarom is er een gestage stroom kerkgroepen die gedurende hun bezoek bomen plant middels de KKL," zo stelt hij. En dit geldt zelfs, voegt hij eraan toe, in de moeilijke omstandigheden van vandaag.

Tijdens de pelgrimage van de Paus in maart 2000 vestigde de KKL-JNF het "Pelgrimsbos" bij de Amnun Baai in de noordwestelijke hoek van het Meer van Galilea. De plantingsceremonie op de plek, die gekozen was wegens de nabijheid van de Berg van de Zaligsprekingen, werd bijgewoond door hoge vertegenwoordigers van het Vaticaan, waaronder kardinalen, aartsbischoppen en bischoppen. Dit woud is een voortgaand project. Maar, zo geeft Leket toe, er bestaat minder belangstelling voor bij Katholieken dan gehoopt werd.

Terwijl de meeste christenen in Europa, die bij het werk van de KKL-JNF betrokken zijn, protestanten zijn, is de verdeling in Noord-Amerika gelijk tussen protestanten en katholieken, zegt Kahane. "Er zijn Rooms-Katholieke aartschbischoppen en kardinalen die worden geëerd door het JNF bij speciale gelegenheden en die wouden op hun naam hebben staan in Israël, omdat hun gemeenschappen het JNF hebben gesteund. Een voorbeeld is wijlen Kardinaal O'Conner van New York." Hoewel de belangsteling van de meeste bijdragers uitgaat naar de bosbouwprojecten van de KKL-JNF, zijn sommigen betrokken geraakt bij de vele niet-bos projecten, zoals recreatiegebieden, landaanwinning, en talrijke water-projecten, waaronder reservoiren, recylce eenheden, en visvijvers.

Als toonaagevende "groene" organisatie is de KKL-JNF ook betrokken bij de bescherming van de kwaliteit van het milieu en de ecologie in Israël.

Ten gevolge van het ernstige watertekort in het land heeft de KKL aan het begin van de 90-er jaren van de vorige eeuw haast gemaakt met de aanleg van waterreservoirs en dammen in het gehele land. Joden en Arabieren tappen uit hetzelfde vaatje, legt Ina Greenwald van de KKL uit. "We moeten met zorg om gaan met de ondergrondse waterreservoirs en ons milieu, anders zijn we er geweest. Het is moeilijk voor Europeanen te begrijpen wat watergebrek is, maar als we uitleggen hoe essentieel dit is voor de vrede in de regio, zijn ze gaarne bereid te helpen."

Nadat ze de boom scheutjes hebben gepland en hun KKL-JNF certificaat en speldje hebben ontvangen, hebben gebeden, op de foto zijn gegaan met hun handen in de grond, gaan de Nederlandse Christenen voor Israël weer terug naar de bus en vertrekken weer. Vonden ze dit zelf geen moedige daad, gezien de situatie en de manier waarop de media die voorspiegelen?

"Ach, je kunt een held zijn uit onwetendheid," grapt Jan Peter van der Velden, maar voegt toe: "Het is geen kwestie van fysieke moed; we voelen het niet op die manier. Als ik met collega's op het werk spreek, die geen (gelovige) christenen zijn, is hun eerste reactie, 'ben je nu helemaal gek geworden'. Maar wanneer ik de situatie uit leg, begrijpen ze het wel. Het is een kwestie van goed uitleggen. Dit is de beste tijd om support te tonen. Als de Israëli's gewoon doorleven, waarom zouden wij dan niet blijven komen?"