Rampenzender

Rampenzender

6 January 2011, 04:54

Een grote brand raast over het industriegebied Moerdijk; het Rijk kondigt de hoogste alarmfase af en op talrijke plaatsen ten noorden van de rampplaats klinken de sirenes: blijf in huis, sluit deuren en ramen en luister naar de Rampenzender. Radio Rijnmond. Toch? Maar nee, Moerdijk is Brabant, dus de TVBrabant is dè Rampenzender.

Dus dat is het communicatiekanaal van de autoriteiten naar de inwoners van het rampgebied. Toch?

Wat mij betreft verdienen de bewuste lokale zenders een Pullitzer prijs voor het volledig eigentijds inrichten van het begrip ‘rampenzender’.

Tussen alle tegenstrijdige berichten door komt het toch niet verder dan het speculaties van journalisten. En natuurlijk wordt live de mening van luisteraars gevraagd, die vanavond de deur nog uit wilden en nu niet konden. Of van een vrachtwagenchaffeur, die wel eens op het bewuste terrein was geweest en de autoriteiten van valse voorlichting beticht.

Dan maar naar Omroep Brabant. Ja – een live TV linkje gevonden. om 21:30 is er een extra uitzending. Een journalist vertelt nog even dat over anderhalf uur het sein brandmeester toch wel gegeven zal worden. Toch? Bedankt – onze volgende uitzending is om 7:00 morgenochtend.

Misschien heeft Journaal24 nog wat. Het laatste NOS journaal weet te melden dat er niets giftigs in de wolk zit. En ja, in 2004 was er ook al een dwangsom, want de fabriek was erg vies. Barbertje….

Los van je mening over de gemiddelde westerse journalistiek – als je als overheid bij de burger er in geramd hebt – als de sirene gaat: blijf in huis ramen dicht en de lokale omroep aan – dan vraag je je werkelijk af, waarom die zenders dan ook niet worden gebruikt voor berichtgeving vanuit een centraalpunt, waar vanuit ook de rampenbestrijding plaatsvindt, in plaats van wat ze nu zijn: Rampenzenders….

admin

,

Reageer

---

Hemel en aarde

14 October 2010, 03:25

Zonder te overdrijven kun je zeggen, dat een flink deel van het westerse christendom inmiddels afstand heeft genomen van de zgn. vervangingstheologie. De theologie, waarin de rol van Israel met de Hemelvaart van Jezus is uitgespeeld. Daar is echter in veel gevallen geen andere consistente ‘leer’ voor in de plaats gekomen en er is een leemte ontstaan. De vraag is immers wat dan de rol voor Israel is in de toekomst. ‘Er zijn onvervulde beloften voor Israel’. Maar welke dan? En waarin worden ze vervuld, als ze dan niet vervuld zijn in Christus? Hoe en wanneer?

Eeuwenlang paste de kerk de vervloeking in de profetieën op Israel toe en de heilsbeloften lijfde zij voor zichzelf in. Maar hoe werken die zegeningen voor Israel dan uit?

Wat de kerk eeuwenlang tekort is gekomen aan zicht op het aardse Israel, dat mist het Jodendom aan zicht op de hemelse gemeente. Die aspecten aarde en hemel zijn daarin misschien nog wel belangrijker dan de groepen Israel en gemeente.

Dat de rol van het aardse Israel, of de aardse rol van Israel (sommigen zullen zeggen de aardse rol van de Kerk), met de Hemelvaart zou zijn uitgespeeld, betekent feitelijk ook dat aan de aardse rol van Christus een eind is gekomen. Hij is dan Koning, maar dat is Hij in de hemel, aan de rechterhand van de Vader. Niet op aarde, althans niet zichtbaar (noch in Zijn luister, noch in het ‘de aarde zal vervuld zijn van de kennis des Heeren’, m.a.w. in de gevolgen ervan, die zo uitgebreid beschreven staan in de profeten).

Zicht op zowel de gemeente (de gelovigen uit de heidenen) àls Israel betekent op de een of andere manier ook zicht op de plek waarin de rollen tot vervulling komen.

Als er één belofte is die specifiek Israel geldt, zonder dat inhoud en vorm wordt weg-vergeestelijkt, dan is dat de landbelofte. Of we moeten zeggen de landbeloften. De Heere belooft zo vaak aan Abraham, dat al het land, waar hij zijn voeten zette, van zijn nageslacht zal zijn (Gen 15:7,18; 35:12, Lev 14:34; Num 20:24; Deu 3:18, etc, etc). En nergens is die belofte voorwaardelijk, zoals wel de ‘weldaden’ van het Verbond in het algemeen. Soms zijn die in het geding vanwege de ongehoorzaamheid van het volk (dezelfde term die ook in het NT gebruikt wordt wanneer Joden het evangelie niet aannemen – zij staan dus op dezelfde voet als hun voorvaderen). En waar er door die ongehoorzaamheid tijdelijk of voor langere tijd een einde kwam aan Gods goedgunstigheden jegens Zijn uitverkoren volk, is er altijd een belofte van herstel, vooraf. En niet zomaar een terugkeer van die voordelen van het Verbond, maar uiteindelijk een herstel voor eens en voor altijd, waarbij de wetten van God in hun binnenste geschreven zouden worden en zij een nieuw, vlezen (ipv stenen) hart zouden krijgen (Eze 11:19 en 26:26 bijv.). En altijd weer verbonden aan het land.

Er zijn vele profetieën, ook in de Psalmen, die ‘kalm’ beginnen en vervolgens volledig exploderen en duizenden jaren vooruit zien op een tijd, waarin al die zaken op aarde ten goede gekeerd zullen zijn, een tijd van vrede, van voorspoed, van de regering vanuit Sion, waarin ook de natuur weer paradijselijk zal zijn – de leeuw en de berin zullen tezamen wijden, een kleine jongen zal ze hoeden en een baby zal spelen met een adder.

In 1948 was het een deel van het toenmalige christendom wel duidelijk, dat geen volk van zichzelf uit zoveel veerkracht op kan brengen, om als Phoenix uit de as van Auschwitz op te staan – zij zijn overeind geholpen. Door Goddelijk ingrijpen. Waarom langs die weg, is niet aan ons om te doorgronden. Maar ze waren er nog en kennelijk heeft God nog met hen van doen. De stukken worden klaar gezet voor het Endspiel, maar wat is dat einde?

Een predikant kan in volle autoriteit vanaf de kansel zeggen ‘nee, wij leren niet het duizendjarig rijk’. Maar in de vaart van de tijd sinds 1948 verliest zo’n losse uitspraak snel aan relevantie. Er is geen sprake van een cafetariamodel waarin je een visie hebt op één onderdeel en de overige laat rusten. Het gaat om het geheel: Wachter, wat is er dan van Israel en wat is er van de gemeente? Wat is er van de profeten, wat is er van de jaarweken van Daniël, wat is er van de tempel van Ezechiël, wat is er de duizend jaar gebonden satan en van de 3,5 jaar Grote Verdrukking. Wat is er van het einde, van de eschaton?

Er is iets bijzonders met de leer van de tijd van het einde; de term komt eigenlijk alleen bij Daniël voor. Het is het enige onderwerp waarvan de Schrift zelf zegt dat het ‘besloten’ is, en dat voor een bepaalde tijd – tot de tijd van het einde. Daniël moet al zijn moeilijke visioenen opschrijven en verzegelen. (In tegenstelling tot wat Johannes moet doen in Open 22:10 “want de tijd is nabij”!). Maar tegen de tijd van het einde gaat het boek als het ware weer open. Dan zullen velen het bestuderen en de wetenschap (Hebr da’ath: kennis, onderkennen, wijsheid) zal toenemen (Dan. 12:4).

Dat is nog een reden waarom we nieuwe inzichten in de Schrift tegen het einde van de tijd moeten verwachten. En een uitspraak als: “chiliasme is in strijd met de leer van de kerk der eeuwen”, is eigenlijk een self fulfilling prophecy. Het zegt in zichzelf meer over die leer van de kerk, dan over die nieuwe inzichten.

Mis je de zaligheid zonder deze nieuwe kennis? Nee. Maar wel inzicht en dus rust en “vol verwachting uitzien”…

admin

,

Comments

---

Wikipedia is your friend

Potlatch

22 July 2010, 02:34

Het internet als de alles omvattende encyclopedie. En nog democratisch ook. De informatie kan door iedereen worden aangepast en je weet dan ook de bron niet. Volgens de regels mag het nooit uit een bestaande (niet copyright-vrije) bron worden overgenomen. Dus in theorie komt het nooit uit een ‘echte’ encyclopedie.

Gratis informatie – wat wil je nog meer.

Daar kunnen we misschien iets over zeggen als we weten wat er nog meer is.

Er is een gerede kans dat u bij deze gelegenheid voor het eerst van het woord ‘Potlatch’ hoort. En als u geen antropoloog of amateur geograaf bent zult u het weinig meer tegen komen. Maar het is een aardig voorbeeld van details, die je missen kunt.

Zoeken wij dit woord in de Amerikaanse Wikipedia, dan lezen we een hele verhandeling over vergadering van Indianen aan de Noordwestkust van Amerika. De gebruiken, de tradities, het protocol, de klederdracht, kortom, een prachtig verschijnsel. Het past in het beeld dat de schuldbewuste, moderne, verlichte, blanke Noord-Amerikaan heeft van de Indiaan. Die nu ‘Native American’ heet, de inheemse Amerikaan, in tegenstelling tot al die import. Ook al wonen sommigen van die importfamilies er al 3 eeuwen.

De Native American is de ideale oermens geworden, die in harmonie  leefde met de natuur, met de dierenwereld en met de medemens. Pas met de komst van de blanken is er de klad in gekomen, zij roofden van mens en natuur en verboden alles wat des Indiaans was en niet strookte met de blanke moraal.

Zo schildert het Amerikaanse Wikipedia-artikel de teloorgang van de Potlatch – omdat vooral op voorspraak van die verfoeilijke zendelingen de Amerikaanse en Canadeese overheden de Potlatch verboden en fel bestreden. Er zijn hele tijdschriften verschenen die de Potlatch voorstellen als de ideale ‘gift’-economie.

De wereld is rond en het wereldbeeld ook.

Er is echter ook een (veel kleiner) Nederlands artikel waarin een wat genuanceerder beeld naar voren komt. Een Potlatch was vooral een bijeenkomst tussen rivaliserende stammen, waarbij grote hoeveelheden voedsel worden gegeten en weggegooid, kostbare geschenken worden vernietigd, slaven doodgeknuppeld. De bedoeling was om de rivaal tot iets soortgelijks te verplichten. Is die daar niet toe instaat, dan zal die stam prestige verliezen.

Het zal duidelijk zijn dat deze informatie niet past in het gebruikelijke, gewenste beeld. Om nog maar te zwijgen van het ongehoorde idee, dat slavernij op het Amerikaanse continent kennelijk niet door blanken is geïntroduceerd.

Hoe verklaarbaar de omissie in het Amerikaanse artikel ook is, het zal duidelijk zijn dat je voor betrouwbare informatie (laat staan de waarheid) verder moet kijken dan je Wikipedia-neus lang is…

admin

,

Reageer

---

Meten en weten

15 July 2010, 03:17

Meten is weten. Een populaire uitspraak onder managers en wetenschappers. Wie niet kijkt waar hij loopt, struikelt, en wie niet op zijn olielampje let, loopt kans op een vastloper.
Je moet waarnemen, meten, anders ben je blind. Toch geven die metingen geen eenduidig beeld. Wat meet je nu eigenlijk en waarin druk je je uit? Hoe absoluut en hoe onafhankelijk is zo’n meting?

Neem iets eenvoudigs als afstand. Het meetinstrument en de manier van ijken blijkt enorm te verschillen met de schaal. Alles tussen de millimeter en de meter kunnen we meten met een duimstok en wel op een millimeter nauwkeurig, eventueel met leesbril. Is het langer dan hebben we een rolmaat, soms van 5 of 8 meter. Dat lezen we niet meer af in milimeters, zeker niet met een meetlint van twintig meter.

We meten eigenlijk in niet meer dan 5 of 6 cijfers.

Als we langere afstanden willen meten, bijv. een voetbal veld dan gebruiken we weer een andere methode, die vaak nog wel op eenzelfde soort dimensie is gebaseerd. Een wiel dat rond draait bijvoorbeeld. We tellen dan het aantal omwentelingen – de omtrek van het wiel heeft ook lengte.
Andere afstanden kunnen we zelf niet overbruggen. Dan meten we een eigenschap van iets anders dat die afstand wel overbrugt. Of we leiden de afstand af uit andere metingen. Bijv. de tijd die de reflectie van een signaal erover doet om terug te keren (radar) of de driehoeksberekening uit de hoeken van twee bekende afstanden.
Gaan we een keer de ruimte in, dan doet een heel nieuw scala aan meetmethoden z’n intrede. De afstand van ‘dichtbij’ staande sterren wordt gemeten aan de relatieve stand in het heelal gedurende een jaar: Gezien de rondrit die de aarde maakt rond de zon ‘bekijken’ we het heelal steeds vanuit een andere positie. Als we in de auto rijden zien we bomen die dichtbij staan ‘sneller’ bewegen dan de kerken en olmen aan de horizon.
Ook de naam van de eenheden veranderen met de meetmethoden: binnen het zonnenstelsel werd tot voor kort gesproken over de AE, ‘astronomsiche eenheid’, de gemiddelde afstand tussen de aarde en de zon. De afstand tot sterren drukken we uit lichtjaren, maw de afstand die licht in een jaar aflegt.

De afstand tot sterren die verder weg staan, wordt op nog inventievere wijze gemeten: hoe roder het licht, des harder beweegt de ster zich van ons af en des verder is ie weg, zo zegt men.

De afhankelijlheid van theorieën over lichtsnelheid, de uitdijing van het heelal, de verklaring überhaupt van ‘red shift’ maakt wel duidelijk, dat het niet eenvoudig zal zijn het laatste soort metingen te ijken. Een ‘meting’ is dat alleen onder aanname van alle theorieën, die er aan ten grondslag liggen.
Maar voor de metingen dichter bij huis is de ijking niet principieel eenduidiger. Is de lengte van die duimstok constant? Zet het materiaal uit? Hoe hard gaan die radarstralen precies? Hoe hebben we dat gemeten? Door de tijd te meten met een ‘bekende’ afstand? Hoe ‘kenden’ we die afstand, dan?

Alles blijkt aan elkaar vast te zitten, we moeten aannames doen over de wereld om ons heen om een begin te maken met het kennen van de werkelijkheid.

Maar soms zegt dat ‘kennen’ meer over ons en onze aannames over de werkelijkheid, dan over die werkelijkheid zelf.

Een fraai voorbeeld daarvan is het meten van tijd, of beter: ouderdom. De meeste afstanden in de tijd in onze directe nabijheid worden gemeten door het vastleggen van tijdstippen en het berekenen van het verschil ertussen. We kennen iemands leeftijd, omdat er is vastgelegd hoe laat en op welke datum hij of zij geboren is. En vervolgens berekenen we het verschil met nu of een ander tijdstip. Het rechtstreeks meten van afstand in tijd is bijzonder lastig. Zeker als we dieper in het verleden duiken.
De leeftijd van bomen of de datering van hout dat er van gemaakt is, meten we door het tellen van jaarringen. Een verschil in patronen in het hout, dat ontstaat door het verschil in groei in opeenvolgende periodes. De aanname daarbij is, dat groei zomers en winters altijd (voldoende) afwijkend verlopen.

Beroemd in dit verband is ook de zgn. C-14 dateringsmethode. Eenvoudig gezegd: Koolstof komt onder invloed van kosmische straling (waarvan voor de meet-methode wordt aangenomen dat deze altijd constant is (geweest)) behalve als C-12 en C-13 ook als een zgn. C-14 isotoop voor. Die is radioactief en de andere twee niet. Zolang een organisme leeft, zo is de gedachte, is er een uitwisseling met de atmosfeer en is de verhouding tussen de C-14 en de rest 1 op de biljoen, net als in de atmosfeer. Na de dood van het organisme houdt die uitwisseling dan op en vervolgens is er een halveringstijd van 5736 jaar voor het C14 isotoop, d.w.z. dat na 5736 jaar de hoeveelheid C-14 in een organisme t.o.v. de rest van de koolstof atomen met de helft is teruggelopen (1 op de 2 biljoen). En na 57.360 jaar is 99,9% verdwenen (wat dan ook een eindpunt aangeeft aan de meetbare periode). Ook een belangrijke aanname daarbij is dat halveringswaarden van radioactieve isotopen onder alle omstandigheden gelijk blijven en zijn gebleven.

Het is eigenlijk onheilspellend, dat er kennelijk weinig wordt nagedacht over andere verklaringen voor fluctuaties in de verhouding radioactieve koolstof isotopen. En dat er met zoveel vertrouwen wordt uitgesproken dat er op deze manier tijd kan worden gemeten.
Interessant detail is nog dat er bij de C-14 methode, gezien de onzekerheden van het verleden wel wordt gewerkt aan zgn. kalibratie (ijking dus), en wel d.m.v. dendrochronolochie (jaarringen), d.w.z vergelijking met extreem oude bomen. Iets met ‘de lamme en de blinde‘…
Ook te noemen in dit verband is de methode om de ouderdom van ijs en sneeuwlagen te bepalen. Ook daar ziet men patronen in, à la jaarringen, en ook hier gaat men uit van de eindeloze onveranderlijkheid van het verleden. Alle omstandigheden zijn altijd hetzelfde geweest, er valt altijd meer sneeuw in de winter en er is geen andere verklaring voor fluctuaties mogelijk. Terwijl we in deze tijd kunnen zien, hoe bijna de gehele Noordelijke IJszee aan het smelten is in de zomer. Gletsjers worden over de eeuwen heen groter en kleiner.

Nog verbluffender wordt het wanneer we het domein van de tienduizenden jaren verlaten en nog verder het diepe in duiken, letterlijk en figuurlijk. De ouderdom van de aarde wordt afgeleid van de ouderdom van de verschillende aardlagen. Die lagen worden gedateerd op het voorkomen van bepaalde gidsfossielen. Als zo’n fossiel wordt aangetroffen, dan mag op gezag worden aangenomen dat men met laag X te maken heeft, die 500 miljoen jaar oud is. Maar waarom is dat fossiel zo oud? Dat is nu een keer zo; het leven is immers spontaan ontstaan, en die dieren leefden nu een keer zoveel miljoen jaar geleden.
Nog los van de waarschijnlijkheid van de verklaring van die fossielen – het moge duidelijk zijn, dat de aannamen bij deze vorm van ‘metingen’ een ongekende hoogte hebben aangenomen. Er is absoluut geloof voor nodig.

Het ziet er naar uit dat meten inderdaad weten is, maar niet in de gewone betekenis van het woord. Meten houdt weten in, weten leidt tot meten, de aannames vormen de aanleiding en de bedding. Het is geen nieuwe gedachte in de wetenschapsfilosofie, dat theorie-vrije waarneming problematisch is. Dat wil nog niet zeggen dat het een probleem is. Als we er ons maar bewust van zijn – en reikhalzend uitkijken naar de weerlegging van onze theorieën en de volgende “paradigm shift”: het heeft er alle schijn van dat de moderne wetenschapper met smaak kan lezen en schrijven over de laatste grote verandering in het totale wetenschappelijke denken, onder de vrolijke aanname, dat het ook echt de laatste was….

admin

,

Comments

---

Vrouwenstandpunt van de rechterlijke macht

11 April 2010, 05:03

Er is een groep vrouwen in dit land die meent dat het niet goed is voor hun gezin wanneer zij vijf dagen per week buitenshuis werkt, en dat dat uiteindelijk ook niet bevorderlijk is voor hun eigen geluk. Laat er dan een politieke stroming zijn (van mannen of vrouwen) die dat punt overneemt en probeert te bevorderen, en een (of meerdere) stromingen (van vrouwen of mannen) die dat standpunt bestrijdt en het tegenovergestelde tracht te bereiken.
Zijn één van beide stromingen in een regering vertegenwoordigd, dan mogen we verwachten dat er ofwel gezins- ofwel vrouwencarrière-bevorderende maatregelen genomen worden door die regering.

Waar de schoen een democratie niet meer past is wanneer de rechterlijke macht een van beide ideeën verbiedt. Over hoe het verder gaat met een staat die zich op die manier bevestigd weet, kunnen we lezen in Orwell.

Waar de schoen op de andere voet wringt is dat in dat vrouwenstandpunt van de SGP (wat is dat precies? Het is behoorlijk in beweging…) het begrip regeerambt zo’n centrale rol speelt. Immers, waar er een conflict is tussen carrière binnen- en buitenshuis van de vrouw, maakt het niet uit of ze nu aan de lopende band staat of aan het hoofd van een regering. Om nog maar te zwijgen van die situaties waar er geen ander hoofdinkomen van een gezin is.

Maar ondertussen is deze maatschappij een Rubicon overgetrokken waarvoor maar al te veel precedenten zijn in de Europese geschiedenis, nog in de vorige eeuw.

Om een bekend staatsman te citeren, dit is niet het einde, het is zelfs niet het begin van het einde, maar misschien wel het einde van het begin…

admin

,

Reageer

---

« Older Newer »