Uit de Bron (4)

19 April 2013, 17:17

Jes 49:16

Handen en voeten

Zie, Ik heb u in beide handpalmen gegraveerd, vertaalt de HSV het begin van Jesaja 49:16, en ze is daarin in goed gezelschap. Toch is er iets over dit vers te zeggen. Allereerst moeten we vaststellen dat “beide” weliswaar een logische veronderstelling is van het feit dat een mens maar twee handen heeft; en als een mens met handen en handpalmen wordt de Heere hier voorgesteld. Maar “beide” staat er niet. De (H)SV staan daarin alleen.
En er is een reden voor om dat weg te willen laten. Er is namelijk nóg iets bijzonders met dit vers en dat is het woord “handpalm”. Ook daarin staat wat te veel. Het Hebr. woordje “kaf” betekent nl zoveel als ‘palm’, ‘holte’ en dan zowel van de hand als van de voet (de voetzool dus).
Er komt nog een god voor in het Oude Testament in menselijke voorstelling: Dagon die in zijn tempel met zijn gezicht ter aarde was gevallen voor de Ark (1Sam 5:4) en “het hoofd van Dagon en zijn beide handpalmen lagen afgehakt op de drempel”. Daar staat wel ‘beide’ in het Hebr. en woordelijk: “en twee palmen van de handen van hem”, expliciet de handpalmen dus.
Maar in Jesaja dus niet. Er staat geen ‘twee’ en geen hand-palm. Dan laat het ons vrij om het te lezen als – Zie, Ik heb u in de palmen/zolen gegraveerd. Precies die plekken waar onze Heere en Heiland aan gekruisigd is..

[Met dank aan Mevr Van Veen-Vrolijk]

JPvdV

,

Reageer

---

Uit de Bron (3)

16 April 2013, 22:12

Gen 4:6

Heersen over de zonde

In Genesis 4 vers 6 en 7 vinden we de aanloop tot Kaïns jaloezie tov Abel en de moord waar dat toe leidt. De vertaling van met name vers 7 is problematisch. De Herziene Statenvertaling werpt een duidelijker licht op het Hebreeuws, dan (ons verstaan van) de oude Statenvertaling tot nu toe toeliet.

Waarom bent u [in woede] ontstoken en waarom heeft u uw hoofd [laten] zakken? Is het niet zo dat u, als u het goede doet, [uw hoofd] kunt opheffen? Maar als u niet het goede doet, ligt de zonde aan de deur. Naar u gaat zijn begeerte uit, maar ú moet over hem heersen.

De parallellie met 3:16, tegen Eva is natuurlijk evident:

Naar uw man zal uw begeerte uitgaan,
maar hij zal over u heersen.

De begeerte VAN de zonde gaat uit naar Kaïn, als hij het goede niet doet; maar het zou zo moeten zijn, dat hij heerst over de zonde (en dat die dus geen macht over hem heeft). Zo is kennelijk de lezing van de HSV (en de SV, waarbij de Kantekeningen zijn en hem zelfs op Abel willen terug laten gaan, dat lijkt me letterlijk ver-gezocht). Heersen over de zonde. Het is me een opdracht!

Nu is het zo, dat het zijn van zijn verlangen in het Hebreeuws terug slaat op een mannelijk woord, (net als hem in over hem heersen. Gezien het feit dat zonde tot voor kort in het Nederlands formeel nog als een vrouwelijk woord in de boeken stond, lijkt de vertaling hier dus getrouwer aan het Hebreeuws, dan de verwijzing naar zonde in het Nederlands toestaat.

Maar er is meer. Dat woord voor zonde in het Hebreeuws, die dus aan de deur ligt, is ook vrouwelijk en niet mannelijk. Met andere woorden, dat zijn en hem slaat helemaal niet terug op de zonde, maar op de deur! Dat is nl wel een mannelijk woord in het Hebreeuws.

Zo komen we dus op een andere lezing, nl. dat de begeerte van de deur naar u uit gaat (hij wil zo wil zo graag geopend worden door u!), en dat u moet heersen over de deur.

De deur, waar alles begint, de oorpoort, de oogpoort, onze nieuwsgierigheid, curiosity that killed the cat. Dat trekt onze gedachten en daar willen we meer van weten. Een weg die leidt tot iets slechts, is een slechte weg, ook helemaal in het begin. Als het nog veel makkelijker is om nee te zeggen, om rechtsomkeert te maken, om de deur de nek toe te draaien, nog vóór we tegen die zonde zelf hoeven te vechten.

Wat een les kan er toch zitten in kleine woordjes…

JPvdV

,

Reageer

---

Uit de Bron (2)

16 April 2013, 15:42

Psa 133:1

Samenzijn

Sommigen kennen Psalm 133 ook als Hebreeuws liedje: Hine ma tov uma naïm sjevet achiem gam jachad. Het is (een gedeelte van) vers 1 van die Psalm, woordelijk: zie hoe goed en hoe lieflijk (als) wonen broers ook tezamen (of als éénheid).

Nu is er over dat wonen iets te zeggen. Sjevet (of jasjaf, de vorm waaronder het in het woordenboek staat) betekent in deze vorm met name (gaan) zitten, blijven en ook wonen. Dat geeft een hele brede interpretatiemogelijkheid van dit vers: Immers het gaat niet om een lofzang op broers die toevallig in hetzelfde huis wonen. Die gedachte wordt met name gevoed door de berijmde versie uit 1773: “Ai, ziet, hoe goed, hoe lief’lijk is ‘t dat zonen van ‘t zelfde huis als broeders samenwonen”. ‘Zonen van hetzelfde huis’ is een omslachtige omschrijving van ‘broers’, dat niet alleen nu dubbel voorkomt, maar ten onrechte wordt de nadruk op het huis en samenwonen gelegd, althans in 21e-eeuwse oren…

Maar als we jasjaf opvatten in zijn `eerdere` betekenis van samenzitten, verblijven (en die vertaling is op tientallen plaatsen in het OT wèl gekozen), dan valt het licht plots op DE samenkomst, de Tent der Samenkomst en voor ons in het NT: de samenkomst van de gemeente. Hoe goed is het dat DIE broeders tezamen zijn. In het licht van de Tent: dan is ook duidelijk waarom het zo kostbaar is als de olie, die van de baard van Aäron neerdruipt… Daar gebiedt de Heere Zijn zegen (door de uitgestrekte handen van die priester).

Zoals een Franse vertaling het heeft: Ah, qu’il est bon, qu’il est agréable pour des Frères d’être ensemble!

Met dank aan Mevr Van Veen-Vrolijk

JPvdV

,

Reageer

---

Uit de Bron (1)

16 April 2013, 15:26

Joh 21:15

Liefhebben, houden van en wel aardig

Als je iets in alle maten en soorten hebt, leer je het van alle kanten te bekijken. Zo moet de taal van de Eskimo’s zo’n 20 worden voor sneeuw rijk zijn. En het Nieuw-testamentische Grieks heeft vele woorden die in het Nederlands met liefde worden vertaald.

Bekend is het begrip Agapè, de zelfopofferende, niets terugverwachtende liefde van God. Zo is er Filia, vriendschap, of broederliefde en Eros, de liefde tussen man en vrouw en Storgè, de liefde tussen ouder en kind.

Het verrassende is nu, dat in bepaalde bijbelpassages die grondvormen heel functioneel worden afgewisseld, terwijl dat in de vertaling niet altijd kon worden weergegeven.

Het mooiste voorbeeld dat ik ken is in Johannes 21. Waar de Heere Jezus, als het ware in ‘antwoord’ op Petrus’ drievoudige verloochening, hem nu drie keer vraagt of Petrus nu echt van Hem houdt. Drie keer is het antwoord “ja”, maar er zit meer aan vast.

De eerste keer vraagt Jezus of Petrus meer Agapè voor Hem heeft dan de anderen. Petrus zegt niet zo maar ja, maar antwoord met een bescheiden: Ja, ik heb Filia voor U…

De tweede keer laat Jezus “meer dan de anderen” weg: heb je Agapè voor Mij? En weer antwoordt Petrus: U weet het, ik heb Filia voor U…

Al deze woorden zijn in de Statenvertaling met “liefhebben” weergegeven. Het onderscheid valt weg. Maar het mooiste komt nog: De derde keer vraagt Jezus: Petrus, heb je Filia voor Mij?

De eerste vraag van Jezus zat op het niveau van Petrus’ grootspraak, vóór zijn verloochening. Maar niet alleen heeft Petrus zijn lesje geleerd; De Heere komt helemaal naar Petrus toe: zijn laatste vraag gaat “alleen” nog maar over Filia. Meer niet.

Zou je zo’n Heiland niet liefhebben?

JPvdV

,

Reageer

---

De Freude van Bach

4 March 2013, 20:44

Het is al maart, maar het weer wintert nog wat na en toch vindt het nodige publiek zijn weg naar de Wilhelminakerk in Ridderkerk. Daar verzorgt het concertkoort en begeleidingsorkest Ars Musica een zgn. Educatief Lunchpauzeconcert. Dirigent Patrick van der Linden laat zijn licht schijnen op bepaalde delen van de Matthäus Passion, die aan het einde van de week in Oudewater weer wordt uitgevoerd. Aan bod komen o.a. de structuur van de vertelling, de rol van de (klassieke) retorica, de manier waarop bijv. de toonzetting (en de afstand van toonsprongen) een bepaalde emotie uitdrukt. Bach gebruikt daar allerlei middelen voor. De muziek beeldt vaak heel letterlijk uit wat de tekst zegt.
Veel van die effecten worden door de oppervlakkige en zelfs de oplettende toehoorder niet zonder meer gehoord. Een prachtig voorbeeld is het “Herr, bin ich’s”, dat door het koor precies elf keer wordt herhaald – een keer voor elke discipel … Judas ‘zong’ niet mee!
Of de emotie in die aria, die aan het einde werkelijk ontploft in “Sind Blitze, sind Dönner in Wolken verschwunden…”, de Christelijke Gemeente zingt als het ware zijn verontwaardiging uit met al het aardse geweld dat opgebracht kan worden…

Van der Linden komt bevlogen over in al zijn deskundigheid, brengt dat ook over op het puliek. Ook met zijn ‘werk-tenor’ als hij zonder veel omhaal de evangelist-partij ten gehore brengt. Margreet Rietveld klinkt warm als altijd. De bas Kees van Bochove vol en overtuigend.

En in alle verwondering om de kundigheid van uitvoerenden en componist – aan het einde van de ‘lunchpauze’ hoor ik de zucht om me heen: ‘wat is het toch mooi!’… Dat is de emotie die overblijft.

Het is eigenlijk onverklaard, ondanks alle pogingen, die men ertoe onderneemt, waarom de muziek van Johann Sebastian Bach na ruim 250 jaar nog altijd zoveel mensen aanspreekt. En het genie van Bach, als componist is eigenlijk pas (redelijk laat) na zijn leven ontdekt. Twee van zijn zoons genoten tijdens hun leven veel meer bekendheid als componist, dan hun vader tijdens het zijne.
Voor Ars Musica vormt dit lunchpauzeconcert de opening van hun eerste Bachweek; zo bood het Concertgebouworkest vanaf het begin van dit jaar een “Zing en Beleef-cursus”: meezingen met de koralen in de Matthäus op de uitvoering van 21 maart. De Nederlandse Bachverening alleen al heeft tien uitvoeringen van de Matthäus deze maand; De Bachagenda.nl geeft in deze maand maart al bijna 200 concerten met werken van Johann Sebastian (in Nederland!) – kortom er is geen componist, oud of nieuw, die zo vaak en zo consequent wordt uitgevoerd.
De Brits-Amerikaanse musicus Jeremy Siepmann komt in zijn biografie van Bach denk ik dicht bij een antwoord: “De enige emotie, als je het zo kunt noemen, die geen enkele plek heeft in Bachs werk is de wanhoop.” Als het ergens vol van is, dan is het “Joy”, “Freude”, ook en juist in het licht van de dood.

En daarmee geeft het een dubbel gevoel dat Bach zo vaak in de concertzaal wordt gespeeld en niet in de kerk, waar het geestelijke werk voor bedoeld was. Waar het Bach ook om ging. Hoe plezierig is het dan ook, dat “Kerkdienst met Bach” (met cantate nr 23) een onderdeel is van de Bachweek van Ars Musica.
Ik geloof dat er een verband is, tussen de troost die Bach putte uit zijn Bron en de schoonheid van de muziek waarin hij dat wist uit te drukken. En dat geeft een ander dubbel gevoel: die troost en de Bijbelwoorden klinken dan toch maar, ook in die concertzalen…

Dat een ieder het moge horen, dat die Troost en die “Freude” komt van “Du wahrer Gott und Davids Sohn”…

JPvdV

,

Reageer

---

« Older Newer »