Uit de Bron (1)

16 April 2013, 15:26

Joh 21:15

Liefhebben, houden van en wel aardig

Als je iets in alle maten en soorten hebt, leer je het van alle kanten te bekijken. Zo moet de taal van de Eskimo’s zo’n 20 worden voor sneeuw rijk zijn. En het Nieuw-testamentische Grieks heeft vele woorden die in het Nederlands met liefde worden vertaald.

Bekend is het begrip Agapè, de zelfopofferende, niets terugverwachtende liefde van God. Zo is er Filia, vriendschap, of broederliefde en Eros, de liefde tussen man en vrouw en Storgè, de liefde tussen ouder en kind.

Het verrassende is nu, dat in bepaalde bijbelpassages die grondvormen heel functioneel worden afgewisseld, terwijl dat in de vertaling niet altijd kon worden weergegeven.

Het mooiste voorbeeld dat ik ken is in Johannes 21. Waar de Heere Jezus, als het ware in ‘antwoord’ op Petrus’ drievoudige verloochening, hem nu drie keer vraagt of Petrus nu echt van Hem houdt. Drie keer is het antwoord “ja”, maar er zit meer aan vast.

De eerste keer vraagt Jezus of Petrus meer Agapè voor Hem heeft dan de anderen. Petrus zegt niet zo maar ja, maar antwoord met een bescheiden: Ja, ik heb Filia voor U…

De tweede keer laat Jezus “meer dan de anderen” weg: heb je Agapè voor Mij? En weer antwoordt Petrus: U weet het, ik heb Filia voor U…

Al deze woorden zijn in de Statenvertaling met “liefhebben” weergegeven. Het onderscheid valt weg. Maar het mooiste komt nog: De derde keer vraagt Jezus: Petrus, heb je Filia voor Mij?

De eerste vraag van Jezus zat op het niveau van Petrus’ grootspraak, vóór zijn verloochening. Maar niet alleen heeft Petrus zijn lesje geleerd; De Heere komt helemaal naar Petrus toe: zijn laatste vraag gaat “alleen” nog maar over Filia. Meer niet.

Zou je zo’n Heiland niet liefhebben?

JPvdV

,

---

Reageer

 
---