Hij stilt de storm

1 May 2001, 17:27

Markus 4

Korte overdenking naar aanleiding van Markus 4:35-41, Jezus stilt de storm. (bidstond)

#Jona sliep ook op het schip dat op het punt stond onder te gaan. (Jona 1:5)
Wat een indrukwekkend, kort gedeelte uit het begin van de evangelieën is dit. Er waren nog maar 6 discipelen geroepen. Zij gaan met de meester in een scheepje om over te steken naar de andere kant van het meer van Geneseret; de Here slaapt en plots steekt een geweldige storm, zoals dat nog altijd kan gebeuren op dat meer, zo heb ik me laten vertellen.

Markus vermeldt (ander evangeliën niet), dat er meer scheepjes waren. Des te indrukwekkender met het geweest zijn, dus.
Als we er even over nadenken: hoe moeilijk is het eigenlijk te begrijpen, c.q. in de praktijk te brengen wat Jezus hier vraagt: Wat zijt gij zo vreesachtig? Hebt gij geen geloof?
Kleingelovigen… Het schip loopt vol water, dreigde te vergaan, en ze maken de Here Jezus wakker – dat is toch niet iets geks, zo op het eerste gezicht?

Maar misschien is het wel de manier waarop ze de Here wekken en de woorden die met name Markus heel pregnant weer geeft: Meester, bekommert het U niet, dat wij vergaan?
Daar zit iets haast provocerends in.

Wat een macht heeft Hij: misschien dachten die 6 discipelen en de opvarenden van de andere bootjes wel aan het woord in Job: “(Job 26:12 ) Door Zijn kracht klieft Hij de zee, en door Zijn verstand verslaat Hij haar verheffing.”, of dat van Psalm 107: “(29) Hij doet den storm stilstaan, zodat hun golven stilzwijgen.”

Heel terecht wordt bij dit stuk er vaak op gewezen, dat de Here de discipelen hun ongeloof weliswaar verwijt – na het verwijt van de discipelen dat de Here zorgeloos zou zijn; maar het karakteristieke is, dat de Here eerst helpt. En dan pas spreekt hij zich tegen hen uit.

In hoge noden, van christenen, van de gemeente, voor stad en volk, als het onweer op ons toekomt en het zwarter en zwarter wordt aan de horizon: “Wie is toch Deze, dat ook de wind en de zee Hem gehoorzaam zijn?”
Om Da Costa te citeren: “Wie is Hij? Wij weten het. Hij is de Heer der heerlijkheid. Mochten wij aan zijne kracht en macht jegens ons bij ondervinding weten, wie Hij is. Mochten wij allen kunnen zeggen: Hij, die den storm en de zee in Zijne macht heeft, en voor wien de afgrond siddert, Hij is ook voor mij, gelijk voor al de Zijnen, de machtige, de almachtige Redder uit de zonde en uit allen nood, en ten laatste uit den dood.”

Zo voor ons, zo voor allen en alles wat we voor Zijn genade troon mogen brengen.

admin

,

---

Commenting is closed for this article.

---