Zondvloed

2 May 2002, 17:45

Meditatie voor de kerkradio Rotterdam-Zuid nav de Zondvloed Genesis 6-9
Lezen Gen 6: 9-22

Luisteraars, het gelezen gedeelte is een onderdeel van de zondvloed geschiedenis, de aanleiding, de komst van het water en de afloop. U vindt het terug in Genesis de hoofdstukken 6 t/m 9. Als u misschien nog in de gelegenheid bent vanavond moet u die hoofdstukken eens achter elkaar lezen.
Als u dat doet dan valt het u ongetwijfeld op hoe nadrukkelijk er steeds weer wordt gezegd waarom de zondvloed er kwam, en wat het verschrikkelijke gevolg ervan was. Met eerbied gesproken, wij zijn geneigd om op een goed moment te zeggen, ‘ja we snappen het nu.’
Het dient echter een doel; het is een verschrikkelijke gebeurtenis geweest, een catastrofe van een ongelofelijke omvang.

De betrouwbaarheid
Buitenkerkelijken, en sommigen christenen ook, hebben moeite met de historische betrouwbaarheid van het verhaal. Héél de aarde onder water? Dat kan toch niet? Velen zeggen, het is een grote, maar plaatselijke overstroming geweest. Die erg veel indruk gemaakt heeft. Alle oude beschavingen op deze aarde hebben in hun mythologie een verhaal over een ‘grote overstroming’.

Er zijn echter heel veel argumenten vóór het feit dat heel de aarde werkelijk aan deze zondvloed onderworpen is geweest. Nu is geloof een gave en een aanname, en we geloven bijv. dat de Here Jezus uit de doden is opgestaan, niet omdat het waarschijnlijk is, maar omdat wij geloven dat het waar is; het is echter geen zwakheid van geloof wanneer we die elementen willen aan stippen die de geloofwaardigheid benadrukken en illustreren.
Ten eerste: heel de aarde onder water; ‘zo veel water is er niet’, zegt men. Wel: de oppervlakte van de aarde bestaat voor 70% uit water en de oceanen, met name de Stille Oceaan, is zo diep dat er voldoende water is om de hele aarde met een kilometers dikke laag te bedekken (en zeker de 15 el van hs7: vs20).
De voorstellingsfout die gemaakt wordt is dat het alleen maar regende, en dus het water door de regen alleen de hoogste berg moest overstromen. Er is echter sprake van de zgn. ‘fonteinen van de grote afgrond’. Er staat hier hetzelfde woord in het Hebreeuws als in Genesis 1:2 (“en duisternis was op den afgrond”). Het gehele aardoppervlak moet een geweldige catastrofe zijn ondergaan: enorme aardbevingen, vulkanische uitbarstingen, verschuivende platen noem maar op. De oceaanbodem stijgt en het droge land zinkt als het ware weg onder de zeeën.

Onze zondigheid over de schepping
Alles wat adem heeft geeft de geest. Verschrikkelijk. Maar de aanleiding was dan ook even verschrikkelijk. De aarde was zo vervuld met geweld en zonde, dat het God berouwde dat Hij de mens gemaakt had. Hij “smartte” Hem … Opmerkelijk is dat er staat (6:12) dat al het vlees zijn weg verdorven had op aarde. De dieren dus ook. De hele schepping zucht nog steeds, zoals Paulus in de Romeinenbrief zegt. En daar blijkt toch ook dat ook dàt door onze zonden komt.

Dat er zoveel volken zijn met een mythologisch verhaal over een catastrofale zondvloed is eerder een argument vóór de historiciteit ervan. Vele volken hadden er een herinnering van. Reken maar dat dat voor generaties hèt belangrijkste was wat doorgegeven werd van moeder op kind.
Het afdoen van Noach als een overdreven sprookje maakt ook de Here Jezus voor leugenaar uit. En Petrus. We zijn in goed gezelschap als we de bijbelse teksten geloven.
De woorden van de Here Jezus maken het ook actueel. Het zal zijn als in de dagen van Noach, de mensen zijn etende en drinkende tot den dag toe, waarop Noach in de ark ging. Zo was het en zo is het nu.

[Jesaja 54:8-10
In een kleinen toorn heb Ik Mijn aangezicht van u een ogenblik verborgen; maar met eeuwige goedertierenheid zal Ik Mij uwer ontfermen , zegt de HEERE, uw Verlosser.
9 Want dat zal Mij zijn als de wateren van Noach, toen Ik zwoer, dat de wateren van Noach niet meer over de aarde zouden gaan; alzo heb Ik gezworen, dat Ik niet meer op u toornen, noch u schelden zal.
10 Want bergen zullen wijken, en heuvelen wankelen; maar Mijn goedertierenheid zal van u niet wijken, en het verbond Mijns vredes zal niet wankelen, zegt de HEERE, uw Ontfermer.]

Het nut van geslachtsregisters
De vader van Noach, Lamech was 182 toen Noach geboren werd. (en Methusalem was 369). Lamech zei van zijn zoon Noach: Deze zal ons troosten over ons werk, en over de smart onzer handen, vanwege het aardrijk, dat de HEERE vervloekt heeft! Toch lezen we niet dat hij mee de ark in mocht. Hoe zit dat nu?
Ook al slaan wij ze nog al eens over bij het bijbellezen – geslachtsregisters staan toch niet voor niets in de Schrift. Daaruit blijkt, dat Lamech stierf 5 jaar vóór de zondvloed en Methusalem zelfs in het jaar van de zondvloed…

Er wordt als het ware een door-start gemaakt met de aarde: zoals het droge voor de eerste zichtbaar wordt in Gen 1:9, zo gebeurt het feitelijk opnieuw in Gen 8.

7 paar reine dieren
Van alle dieren moet Noach twee paar, het mannetje en wijfje in de ark nemen, plus voedsel, maar van de reine dieren 7 paar en ook van de vogels. Wij hebben een idee wat reine dieren zijn, i.v.m de spijswetten; maar het zal u niet verbazen, dat dit de eerste keer is in de Bijbel dat er überhaupt sprake is van reine en onreine dieren. Na de zondvloed wordt heel expliciet “al wat zich roert” de mens tot spijze gegeven (9:3). In het paradijs was het nog de vrucht van al het geboomte, na de zondeval moest de mens de aarde bewerken en in het zweet uws aanschijns zult gij brood eten. Als ik me niet vergis, worden pas hier, na de zondvloed expliciet de dieren ook als voedsel aan de mens gegeven. Maar pas bij de wetgeving Sinaï, zoveel honderden jaren later is er sprake van het eten van slechts reine en geen onreine dieren. Merkwaardig genoeg moeten van alle vogels er ook 7 paar in de ark. Vogels waren volgens Lev 11 niet allemaal rein (en uit 8:20 blijkt dat ook al.) Wellicht zouden vogels het na de zondvloed moeilijker hebben om te overleven? We weten het niet.

Eenmaal uit de ark bouwt Noach een altaar en brengt de Heere een offer. De Heere ruikt de liefelijke reuk en belooft de aarde niet meer te zullen vervloeken. Tot het einde der tijden zullen de seizoenen voort blijven gaan. De liefelijke reuk van het brandoffer van Golgotha zorgt er uiteindelijk voor, dat het weer goed komt tussen niet alleen de aarde en de Heere, maar zelfs de mens en de Heere. En als teken van dat verbond geeft God het teken van de regenboog. Het is een teken voor de Heere, zo staat het er eigenlijk: Als de boog zichtbaar is, zal God denken aan Zijn verbond. Een troost voor ons, en een teken voor God. Een dubbele genade dus eigenlijk.

De Heere zei eeuwige dank die genade en die belofte.

admin

,

---

Commenting is closed for this article.

---