De terugkeer van Naomi

10 August 2003, 01:30

Twee weken terug, luisteraars, mochten ruim 60 leden van de Maranathakerk een week samen al kamperend doorbrengen in Luxemburg. Op de woensdagavond hadden we een bijbelstudie over het eerste hoofdstuk van Ruth en ds Van der Sluijs preekte uit Ruth 1 vlak voor zijn vakantie. Bovendien gaan de bijbelkringen komend seizoen het bijbelstudierooster o.a. van de vrouwenvereniging volgen, die ook over Ruth gaat. Volledig onafhankelijk van elkaar wordt onze wijkgemeente in elk geval dus nogal bepaald bij dat korte Bijbelboek. Ik wil vanavond met u stil staan bij het eerste hoofdstuk, en wat bekende en minder bekende zaken op rij zetten. Zullen we het eerst lezen met elkaar?

Ruth 1

In de dagen van de Richteren speelt het. Een tijd dus, waarin het volk van God afweek en de Heere een overheerser stuurde, die het volk onderwierp, totdat Hij een richter stuurde, en dan had het volk rust, vaak zolang de richter leefde, ja er staat vaak: ‘het land was stil’, veertig jaren of tachtig jaren. Het land had dan ook veel te lijden onder de rooftochten van de overheersers, en was dan bepaald geen land van melk en honing. De Heere stuurde een richter, of: verwekte er een zo staat er vaak, wanneer het volk om de Heere riep.
We lezen niet van hongersnoden in het boek Richteren en we weten dus niet of Elimelech, de man van Naomi, naar Moab besluit te gaan ten tijde van zo’n straf van God. Er is veel geschreven over dat besluit van Elimelech. Kun je dat wel doen, in de wereld je intrek nemen, met alle gevaar van dien. Een belangrijk element hierbij is, dat er staat dat hij heen ging “om als vreemdeling te verkeren in de velden van Moab”. Dan geldt zeker: wel in de wereld maar niet van de wereld. Van Abraham en van Jakob lezen we immers ook dat zij naar Egypte gingen vanwege de hongersnood in Kanaän.

Als dan Naomi’s beide zoons en haar man gestorven zijn en er bovendien weer brood in Israel is gaat Naomi terug, bitter maar kennelijk niet zonder hoop, anders blijf je nl, waar je bent. Maar dat neemt niet weg, dat ze haar weg in Israel ziet als een moeilijke weg, een weg waarop ze de hand van de Heere tegen zich ziet. Haar schoondochters gunt ze een beter lot. Ga naar je eigen moeder terug is haar advies. Vanuit dat huis zul je wellicht opnieuw kunnen trouwen. Verbind je lot niet aan het mijne.
Hoe opmerkelijk is de liefde van de beide jonge vrouwen voor hun schoonmoeder. Uiteindelijk neemt Orpa wel huilend afscheid, maar Ruth laat zich niet bepraten door Naomi. En dan komt ze tot die beroemde belijdenis: uw volk is mijn volk en uw God is mijn God. Kennelijk had ze van haar man en van Naomi zoveel van de Heere geproefd dat ze niet alleen niet meer zonder Naomi maar ook niet meer zonder die God en dus dat volk van God kan. Dat blijkt bijv. ook uit wat ze daar direct aan toe voegt: Waar gij zult sterven zal ik sterven, en aldaar zal ik begraven worden. Dat is des te opmerkelijker. Als ze namelijk puur uit liefde voor haar oude schoonmoeder had gehandeld zou ze bijv tot Naomi’s dood aan haar zijde blijven. Daarna zou niets toch een eervolle terugtocht naar haar moedervolk in de weg hebben gestaan. Nee, haar band zal over de dood van Naomi heen gaan. Over de dood heen. Dat is dan ook het signaal voor Naomi om te stoppen haar te overreden om achter te blijven.

Noem mij geen Naomi, dat immers liefelijkheid betekent, maar Mara, bitterheid. We kennen het woord ook als de eerste plaats in de woestijn waar het volk kwam, net na de uitredding uit Egypte aan de Schelfzee. Het water was er bitter, en het volk murmureerde.
Naomi is verbitterd – ze heeft moeite met de weg die God gaat. Maar zij accepteert die wel.
Aan de ene kant is het niet goed tussen God en haar: “vol toog ik weg, ledig heeft de Heere mij doen wederkeren, de Heere getuigt tegen mij, Hij heeft mij kwaad aangedaan”… Dat zijn niet mis te verstane woorden. Toch is er geen opstand in haar, en: ze gaat terug naar Israël, ze heeft gehoord dat de Heere haar volk bezocht had. Ze kan niet weten wat de weg is die Heere met haar zal gaan, de weg die ertoe zal lijden, dat haar schoondochter de grootmoeder van koning David zal worden.
Het is een fase, geen eindpunt voor Noami.

Het is voor ons van belang om ook ons leven hierin te herkennen. Kunt u in een bepaalde fase van uw leven niet begrijpen welke weg de Heere met u gaat? Bent u verbitterd? Het staat er toch maar, “de Heere heeft mij kwaad gedaan”. Maar de boodschap is: laat de zon niet onder gaan over uw toorn, ook niet over uw moeite met de weg die God met u lijkt te gaan. Breng het bij Hem, klaag niet tegen anderen, maar praat erover met de Heere, stort uw hart bij Hem uit.

En als wij niet in een dal zitten: leer van Naomi dit, dat wij niet klaar staan met ons: “vraag maar eens ‘waartoe’, in plaats van waarom”. Zulke harteloosheid kweekt alleen grotere verbittering. Denk aan de vrienden van Job, die eerst zeven dagen en nachten bij hem zaten, zonder maar iets te zeggen.

Naomi gaat TERUG naar Israël, omdat daar brood is. Elimelech, haar man komt nota bene uit het Huis van het Brood, Beth-lehem. En uit dat huis komt, uit het nageslacht van Elimelech en Boas uit eindelijk het hemelse Manna.

Laat al ons reizen en denken en bidden gericht zijn op terugkeer naar God. Hij is het die Zijn weg met ons gaat. Wij weten niet hoe die weg gaat, maar wel wat het eindpunt is, als we in geloof ons vertrouwen op Hem stellen.

admin

,

---

Commenting is closed for this article.

---