Erfzonde als excuus

2 May 2004, 18:53

De Erfzonde als reden en excuus voor mijn zondigheid
Meditatie/bijbelstudie voor de kerkradio Rotterdam-Zuid.
lezen (e.g. Gen 3:1-7)

Luisteraars,

Het woord `erfzonde` komt weliswaar niet in de Bijbel voor maar de notie `erfzonde` wel degelijk.
Toch lijkt het wel of dit een eigen leven is gaan leiden, los van de Schrift. Zo was er die persoon die tot de conclusie kwam dat hij als het ware met achterstand aan dit leven was begonnen en niet dezelfde keuze heeft kunnen maken als Adam. Die persoon was volledig oprecht in deze observatie en hij voegde er aan toe dat hij niet de minste verwachting had dat hij de juiste keuze zou hebben gemaakt. Maar het brengt ons tot de gedachte: als je zo de erfzonde voorstelt, doe je dan de Bijbel recht aan? Kun je er op deze manier over spreken? Ik wil met een voorschot op uw geduld een paar lijnen in de Schrift langsgaan die licht kunnen werpen op deze materie.

Er zijn niet zo heel veel plekken waar de Bijbel naar Adam verwijst, en naar zijn eerste zonde (c.q. die van Eva). Het valt op dat dat steeds gebeurt in het licht van de zonden van “mij”, van “het volk”, in vergelijking met die van Adam.

In Job 31 verdedigt Job zich en bewijst zijn onschuld. Hij heeft het letterlijk beter gedaan dan Adam: hij heeft niet alleen de vreemde geherbergd, en niet de verdrukking van zijn haters gezocht, etc, maar ook niet: “zo ik, gelijk Adam, mijn overtredingen bedekt heb, door eigenliefde mijn misdaad verbergende” (vers 33) Overtredingen, waar niet eens sprake van is. En toch weet Job dat hij een verlosser nodig heeft, want hij zegt: Ik weet dat mijn Verlosser leeft (19:25). Geen sprake dus van het zondigen op `andermans` verantwoordelijkheid. Job doet wat hij doet, en hij verwijst naar Adam niet omdat het Adams schuld is, dat hij een verlosser nodig heeft, want hij heeft zelfs betere keuzes gemaakt dan Adam.

In Hosea 6 roept de Heere door de mond van de profeet het volk op om weer te keren tot Hem. Er zijn straffen geweest, maar er is belofte van zegen als het volk bij de Heere blijft. Want: De Heere heeft lust tot weldadigheid, niet tot offer, en tot kennis Gods meer dan tot brandoffer (6:6) . Maar, en dan komt het: “zij hebben het verbond overtreden als Adam”. ALS Adam, dwz nèt als Adam. Het lijkt een onbelangrijk detail, maar er staat dus niet: “door Adam”, en zelfs niet: “IN Adam”.

Een moeilijk maar zeer belangrijk hoofdstuk is Romeinen 5. Een ding valt steeds op: de tegenstelling tussen wat er door een mens (Adam) in de wereld gekomen is, en in welke toestand de schepping daardoor gebracht is aan de ene kant, en wat er door een Ander Mens daarna in de `wereld` gekomen is aan de andere kant. De misdaad en de genadegift. De zonde die door Adam (en Eva) in de wereld gekomen is, bracht de dood in de wereld. En daarmee tot alle mensen. M.a.w. het directe gevolg van die `erfenis` is dat alle mensen sterven . Let op: er staat ook hier niet, dat mijn zonde en schuld eigenlijk door Adam komen.
Het einde van vers 12 is interessant: “in welken allen gezondigd hebben”. “In welken” lijkt meerdere betekenissen te kunnen hebben. Enerzijds ligt het voor de hand, dat `welke` verwijst naar die ene mens, door wie de dood in wereld kwam. Maar dan zit hier nog een ander element in, dat van belang is voor onze `studie`: het verband tussen mijn zonde en die van Adam is net zo goed andersòm te leggen: als ik heb mee gezondigd IN Adam, dan wil dat feitelijk zeggen, dat ik net zo goed mee verantwoordelijk ben voor ZIJN zonde, als hij voor de mijne! Maar er is een andere betekenis van “in welke”. In het Grieks wat eronder zit, wordt in vele andere vertalingen een uitdrukking gezien die als voegwoord vertaald wordt: “omdat”, “daar”. Dan is die breed gedragen verantwoordelijkheid voor de schuld van de zondeval helemaal duidelijk geworden. OMDAT ik ook gezondigd heb, en omdat ik van mezelf uit, net als Adam (zie Hosea), kies voor mezelf, en verkies om God te zijn, en niet een mens, die God dient; daarom is de dood, als straf voor die zonde in de wereld gekomen. Als straf, weliswaar naar aanleiding van die eerste zonde, inderdaad. Met die eerste zonde is de dood en de schuld en de breuk met God in de wereld gekomen. Maar Romeinen 5 leert mijns inziens helemaal niet dat de verantwoordelijkheid daarvoor alleen bij Adam ligt en dat wij nakomelingen slachtoffer zijn daarvan!

Ook in de 1e Corinthebrief komt de eerste mens weer terug in het spreken van Paulus, en ook hier weer in de eerste plaats in het kader van de dood. Lees 1 Cor 5:20-22 maar. De dood is door één mens (in de wereld gekomen). En ook de opstanding door één Mens. Ons verband met Adam is hier nog iets anders geformuleerd: “Want gelijk zij allen in Adam sterven, alzo zullen zij ook in Christus allen levend gemaakt worden.” (22) Wij hebben in Adam allen gezondigd, maar zullen ook allen sterven in Adam. Adam is het symbool, bijna, voor ons leven, onze keuzes en onze dood als straf ervoor. Ook hier weer geen schuld in Adam voor onze verkeerde keuzes: Adam is gestorven, en ik zal ook sterven (tenzij de Heere voor die tijd terug keert!!), om dezelfde reden als Adam, maar niet om reden van de zonde van Adam.

Maar David zegt toch in psalm 51 dat hij in ongerechtigheid is geboren en dat zijn moeder hem in zonden heeft ontvangen? Zeker, en in zekere zin doet het niet eens ter zake of `in zonde` hier slaat op Davids moeder of op hem zelf. Want wat mij betreft is het zeker: David verwijst hier heel bewust naar de lijn via zijn moeder naar Eva, als ik het zo mag zeggen. Terwijl hij haar juist elders (ps 116:16 en 86:16) “de dienstmaagd des Heeren” noemt. Het is dan ook niet haar schuld, maar de zijne. David geeft de diepste grond en de lengte en breedte van zijn zonde aan, niet de diepste grond van de zonde van zijn moeder en niet die van Eva (of Adam). De hele psalm staat vol met de schuldbelijdenis van David. HIJ heeft gezondigd en wel tegen de Heere, ja hij zegt zelfs `alleen tegen de Heere`. Heel opmerkelijk eigenlijk: de zonde tegen Uria en in zekere zin ook tegen Bathseba zelf staat hier kennelijk in de schaduw.

Maar wat moeten we dan denken over Job 14:4 “Wie zal een reine geven uit den onreine? Niet een.” En te vergelijken met Job 15:14 “Wat is de mens, dat hij zuiver zou zijn, en die geboren is van een vrouw, dat hij rechtvaardig zou zijn?” Het lijkt mij toe dat `die geboren is uit een vrouw` niet zo zeer duidt op wat die vrouw voor hem betekent heeft, c.q. wat voor `achterstand` ze hem geeft. Zeker in 15:14 is het gezien het zinsverband een synoniem voor een mens als zodanig. Het mensengeslacht na de zondeval. Omdat alle geborenen na de zondeval zijn geboren.

En er is één fascinerend argument waarom dat `in zonde ontvangen zijn` TOCH aan MIJ ligt en niet aan mijn moeder, c.q. Eva, c.q. Adam: Het is in dit verband nl. ZEER opmerkelijk om er aan herinnerd te worden, dat de Heere Jezus weliswaar van de Heilige Geest is ontvangen, maar toch uit een vrouw is geboren! Ook Hij is dus aan diezelfde erfenis blootgesteld. Maar Hij was toch zonder zonde! En de Heere Jezus kiest zelf voor die weg, om zo mens te worden. Hij kiest onze erfenis, onze afstamming. Maar Hij bewijst: die gevallen afkomst alleen is niet bepalend voor onze
zondigheid…

Ook het begin van Efeze 2 schildert onze gevallen staat. Een staat die onze natuur geworden is. En waar wij in wandelden, en van nature in wandelen. Maar het is opmerkelijk dat ook hier in vers 1 staat waarom wij in die natuur zijn (gevallen): “daar gij dood waart, door de misdaden en de zonden;” maw weerom door MIJN acties. Dus het is niet zo dat ik die misdaden en zonden gedaan heb DOORDAT ik dood was (c.q. in zonden ontvangen ben), maar ik ben dood DOOR de misdaden. De relatie is dus andersom!

Vandaar dus, dat de Heere Jezus, hoewel uit een vrouw geboren, en in beginsel aan onze aardse oererfenis onderhevig, TOCH niet in die staat was: omdat Hij die misdaden en zonde niet deed…

Ik vind dit echt de crux van het juiste verstaan het begrip erfzonde en de zondeval.

Kortom: ik betwijfel of de Schrift ergens leert, dat ik in mijn menszijn een `valse start` heb gemaakt door het toedoen van Adam. De Heere beziet de hele aarde in de gehele geschiedenis. Hij “heeft uit den hemel neder gezien op de mensenkinderen, om te zien, of iemand verstandig ware, die God zocht. Zij zijn allen afgeweken, te zamen zijn zij stinkende geworden; er is niemand die goed doet, ook niet één”. (Psalm 14, Paulus haalt het aan in Romeinen 3). Dit is een oordeel, ook over mij alleen. Dit is mijn palmares, mijn CV, het staat op mijn conto. Ik heb daar niemand voor aan te kijken. Alleen omhoog te kijken. Naar de bergen, vanwaar mijn hulp komen zal.

admin

,

---

Commenting is closed for this article.

---