Doorboorde oren

18 January 2014, 21:03

NieuwTestamentische Schrijvers citeren over het algemeen het Oude Testament niet woordelijk. Ervan uitgaande dat ook het Nieuwe Testament door diezelfde Heilige Geest van God is geïnspireerd, geeft dat een bepaalde bandbreedte aan de exegese van die Oud-Testamentische passages die worden aangehaald.
En dat mag soms gevolgen hebben voor de gekozen vertalingen van die OT-passage. Een voorbeeld daarvan is de vertaling van Psalm 40:7. Dit vers wordt aangehaald in Hebr 10:5.

Psa 40:7:
U hebt geen vreugde gevonden in slachtoffer en graanoffer,
U hebt Mijn oren doorboord;
[..]

In Hebr 10 aangehaald als:
[..] Slachtoffer en spijsoffer hebt U niet gewild, maar U hebt voor Mij een lichaam gereedgemaakt.

Is “een lichaam gereedgemaakt” een zeer vrij citaat van “oor doorboord” of is er iets anders aan de hand?

Het werkwoord in Psalm 40:7 כרה (karah, ‘graven’), dat hier in de (H)SV met ‘doorboren’ is vertaald, wordt ook gebruikt in

  • 2Kron 16:14 (een graf uitgehouwen (HSV), gegraven (SV), made (King James), cut (ESV).
  • Psa 7:16 (kuil delven)
  • Spr 16:27 (kwaad opgraven)
  • Spr 26:27 (kuil graven voor een ander).

De vraag is: hoe is “gegraven oren” te begrijpen in Psa 40:7? Daar is een zekere variatie in:

  • (H)SV: oren doorboord;
  • NBG: geopende oren gegeven
  • KJ: mine ears hast thou opened
  • ESV: given me an open ear
  • LXX: U hebt mij de oren hersteld, voorbereid, gereed gemaakt

De schrijver van de Hebreeënbrief vat in zijn citaat van Psa 40:7 “oor” niet alleen op als metafoor voor een lichaam, maar ook de betekenis van ‘graven’ komt in perspectief. Wellicht moeten we denken aan het formeren als uit klei (heden heb ik U gegenereerd)..:
“Daarom zegt Hij bij Zijn komst in de wereld: Slachtoffer en spijsoffer hebt U niet gewild, maar U hebt voor Mij een lichaam gereedgemaakt.” (Heb 10:5, HSV). M.a.w. “u hebt mijn oren doorboord” is aangehaald als “U hebt voor Mij een lichaam gereedgemaakt”.

Misschien moeten we concluderen dat karah als ‘doorboren’ vertalen, geen sterke papieren lijkt te hebben. Daarenboven suggereert de vertaling “U hebt mijn oren doorboord” een verband met Exo 21:6. En dat gaat over een slaaf die vrijwillig blijft en ten teken daarvan een gat in het oor krijgt met een “martse’a”, priem, afgeleid van het Hebreeuwse werkwoord daar is gebruikt: “ratza” (en niet “karah”!). Het is dus zeer de vraag, of de lezer (hoorder) van de Hebreeuwse Psalm 40 die link zal hebben gelegd. In Deu 15:17 komt hetzelfde voorschrift terug, dan zelfs met weer een ander werkwoord (natan), veelal met ‘steken’ vertaald.

De SV, in tegenstelling bijv tot de King James (die vertaalt met “mine ears hast thou opened”), suggereert het verband niet alleen door 2x ‘doorboren’ te vertalen (in Psa 40 en Exo21), in een Kanttekening bij diezelfde Psalm 40:7 wordt dat verband zelfs expliciet gelegd naar Exodus en Deuteronomium, onder verwijzing nota bene naar Hebr 10:5. Dat is eigenlijk niet goed te begrijpen, omdat het Hebreeëncitaat nogal afwijkt van de Psalm. (De uitleg is dan dat Christus de wil van de Vader doet zoals een slaaf vrijwillig bij zijn meester blijft…).
Markant is ook, dat de SV in Heb 10:5 vertaalt (“Maar Gij hebt Mij het lichaam toebereid;”) – dan is die slaaf-voor-eeuwig-verklaring nog in te passen, HET lichaam draagt er het teken van. Maar er staat “EEN lichaam” in het Grieks. Het gaat hier om de Menswording zelf van Christus. Hij komt in de wereld.

Is het geoorloofd het OT te lezen, interpreteren in het licht van het NT? Ik denk dat het onvermijdelijk is, en het gekke is: dat is waarschijnlijk precies wat de Statenvertalers hebben willen doen, maar ze zijn wellicht gestruikeld over hun eigen vertaling van “karah” in Psalm 40…

JPvdV

,

---

Reageer

 
---