Gal 3:2
Luisteren
Paulus trekt tegen de Galaten als tegen andere gemeenten, van leer als het gaat om het loslaten van de zaligheid door het geloof alleen. Tegen over elkaar staan dan: De werken van de wet en de prediking van het geloof. Nu heeft de SV-versie “prediking des geloofs” nog een mogelijkheid om het op te vatten als ‘prediking uit geloof’; maar HSV-versie wekt de gedachte dat het geloof zelf gepredikt wordt, uitgedeeld. Zeker, er wordt opgeroepen tot geloof, maar gepredikt wordt het evangelie, de Goede Boodschap die geloofd moet worden. En Hem, Die geloofd moet worden.
Het Grieks heeft daar akoè dat eigenlijk ‘geluid’, ‘het gehoor’ betekent. Uit het horen van het geloof, dus. Dat wijst er op dat “van” het geloof niet moet worden opgevat dat het geloof wordt gepreekt of gehoord, maar dat het eerder een gelovig horen is. Zoals Paulus het aan de Romeinen zegt (10:17) ‘het geloof is uit het gehoor’, met dezelfde Griekse woorden.
Niet alleen nieuwe vertalingen, ook de King James zegt “hearing of faith”, in de ESV nog explicieter: “hearing with faith”.
Akoè als prediking vertalen, dus met de nadruk op het laten horen van het geluid, is wellicht geïnspireerd door de LXX, Septuagint-vertaling van bijv Jes 53:1: Wie heeft onze prediking geloofd, waar in het Grieks ook akoè staat, maar omdat Jesaja het daar heeft over wie heeft mijn geluid gehoord is daar ‘prediking’ goed te verdedigen. Interessant is, dat het Hebr woord daar ook zoveel betekent als ‘dat wat gehoord wordt’. Bovendien heeft het Grieks in het NT een “gewoon” woord voor prediking kèrugma
Het horen-van-geloof, uit geloof. Als tegenhanger van de activiteit van de werken. Maar hóren mag dan ook maar één uitwerking hebben. Horen naar de stem van God. Als Hij spreekt, is er leven uit de dood.